GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 193

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 193

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Il Wijsgerige vorming 189

gegeven en het persoonlijk contact tussen de studenten en de docent onvoldoende

mogelijk was. Bovendien werd opgemerkt dat de omvang van het onderwijs in de

vakfiilosofie niet ten koste mocht gaan van de omvang van de inleidingscolleges in de

wijsbegeerte. D e commissie was er zich van bewust dat de realisering van haar plan-

nen zou neerkomen op een aanzienlijke uitbreiding van het aantal docenten voor

filosofie. Zij was van oordeel dat in deze vacatures zo spoedig mogelijk moest w o r -

den voorzien, 'daar het hier een lacune betreft in het onderwijs, die juist aan de Vrije

Universiteit bijzonder bedenkelijk moet w o r d e n geacht'.

Uit deze toevoeging bleek dat de commissie een bepaalde visie had op de wijsgeri-

ge vorming. H e t ging niet slechts om een wijsgerige vorming die als onmisbaar werd

beschouwd voor de universitaire studie, maar ook om de inhoud van de wijsgerige

vorming. D e commissie sprak in haar rapport immers van een 'principiƫle algemene

inleiding in de systematiek en geschiedenis van de wijsbegeerte' en van ' i n z i c h t . . . in

de plaats welke uit algemeen wijsgerig oogpunt t o e k o m t aan de onderscheiden w e -

tenschappen binnen het geheel der wetenschappen'. In deze formuleringen was de

calvinistische wijsbegeerte duidelijk te herkennen, met haar eigen (op wetskringen

gebaseerde) benadering van de systematische wijsbegeerte en de wijsgerige encyclo-

pedie. Zonder dat deze wijsbegeerte expliciet werd genoemd, was de strekking van

het commissierapport duidelijk: de wijsgerige vorming aan de Vrije Universiteit be-

tekende een inleiding in de calvinistische wijsbegeerte, en daarom werden open blij-

vende vacatures 'juist aan de Vrije Universiteit' - als christelijke universiteit - 'bij-

zonder bedenkelijk' genoemd.

Hoewel de senaat het rapport in 1962 aanvaardde, maakte Van Riessen bij zijn benoe-

ming in 1963 er bezwaar tegen in een gesprek met de curatoren. Een jaar later kwam hij

in een vergadering van de Centrale Interfaculteit op dit onderwerp terug.'" In een door

hem geschreven nota stelde hij dat de meeste eerstejaars nog niet rijp waren voor de in-

leidingscolleges filosofie en dat het afleggen van het tentamen voor het kandidaatsexa-

men voor hen te vroeg kwam. Belangstelling voor filosofische vragen zou volgens hem

pas in het derde en vierde jaar ontstaan, nadat de studenten vertrouwd waren geraakt

met de wetenschappelijke werkwijze. Pas dan kon filosofie op voldoende hoog niveau

en didactisch verantwoord worden gegeven. Van Riessen stelde voor om bij wijze van

proef de studenten van de B-faculteiten (die van hem de inleidingscolleges kregen) vrij

te laten in de keus in welke jaren zij de filosofiecolleges wilden volgen en wanneer zij

het tentamen wilden doen, mits voor het doctoraalexamen.''

De Centrale Interfaculteit stemde met Van Riessens voorstel in, al wezen enkele

hoogleraren op niet te onderschatten praktische bezwaren bij de uitvoering ervan. Er

waren moeilijkheden binnen de universiteit te verwachten, omdat de senaat het rap-

port van de Commissie Wijsgerige Vorming in 1962 had aanvaard.'* Toch deed het

faculteitsbestuur de toezegging om over het voorstel-Van Riessen in gesprek te gaan

met de faculteiten Geneeskunde en Wiskunde en Natuurwetenschappen.

Zuidema, die de inleidingscolleges voor de eerstejaars van de andere faculteiten gaf,

werd in 1968 om gezondheidsredenen van deze taak ontheven en vervangen door

50 Brief van Van Riessen aan college van directeuren (24 )uli 1963), in Van Riessen Personeelsdossier, 1982-382.

GIF, Notulen, ij januari 1964, in archief ciF, doos 70

51 Nota-Van Riessen, Voorstel betreffende de colleges Inleiding m de Wijsbegeerte (niet gedateerd, waarschijn-

lijk september 1964), m archief ciF, doos 70.

52 GIF, Notulen, 27 januari 1964 en 26 mei 1965, in archief cip, doos 70.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 193

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's