GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 304

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 304

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

300 V E Vakfilosofische richtingen

In deze publicatie wilde Blauw duidelijk maken dat westerse onderscheidingen tus-

sen mythisch en logisch, religieus en wetenschappelijk, bovennatuurlijke en natuur-

lijk een oud-Griekse oorsprong hadden. Hoewel Aristoteles niet alleen oog had voor

' het onderscheid, maar ook voor de verstrengeling en vermenging van het mythische

en rationele, wees Blauw erop dat vooral onder invloed van het achttiende-eeuwse

rationalisme dat inzicht verloren was gegaan en plaats had gemaakt voor een radicale

scheiding tussen het mythische en rationele. Sedert die tijd was in het Westen voor

het 'metafysische' weinig plaats meer en was het geloof ontstaan dat de rede in staat

zou zijn het hele bestaan van mens en wereld te doorgronden. Men noemde dit rede-

lijk doorgronden een 'verlichting', terwijl het volgens Blauw neerkwam op een ver-

smalling van het denken. Deze versmalhng had reductionistisch gewerkt, dat wil

zeggen dat de mens vanuit logisch, analytisch en later vooral mathematisch gezichts-

punt werd beschouwd - en niet alleen de mens, maar ook de wereld. Zo hingen een

reductionistisch mens-, wereld- en wetenschapsbeeld nauw met elkaar samen. Het in

het Westen gegroeide agressieve intellectualisme belemmerde bovendien het ver-

staan van andere culturen.^* Blauw wilde het probleem echter ook van een andere

kant bekijken: zou men uit de theorieën inzake zogenaamde 'primitieve' volken niet

te weten kunnen komen wat er in de westerse cultuur gebeurd was? In elke cultuur

hadden mensen namen gegeven aan leven en wereld, die waren ontleend aan bepaalde

ordeningsprincipes en denkwegen. Met voorbeelden uit India en China, die hij in

verband bracht met cultuurverschijnselen in het Westen, het hij zien dat en hoe inter-

culturele communicatie mogelijk was.

Blauw wist cultureel-antropologische onderwerpen in verband te brengen met so-

ciaal-wetenschappelijke theorieën die hij relateerde aan thema's uit de geschiedenis

van de filosofie en aan inzichten van eigentijdse filosofen. Tot zijn dood in 2007 bleef

hij deze onderwerpen en thema's bestuderen, maar met nieuwe publicaties kwam hij

niet.

N a zijn emeritaat werd Blauw in 1979 opgevolgd d o o r dr. S. Griffioen, eerst als lec-

tor en 1980 als hoogleraar voor wijsbegeerte der sociaal-culturele wetenschappen.

In dit jaar hield hij zijn inaugurele rede over Relatieve autonomie als kruispunt van

wegen. Hij begon met het aftasten van het gebruik van de uitdrukking relatieve au-

tonomie in verschillende 'betekenisvelden'. In het betekenisveld van het maatschap-

pelijke werd relatieve autonomie gebruikt ter aanduiding van de verhouding van de

samenleving tot het individu. Hij verwees naar N o r b e r t Elias' Wat is sociologie^,

waarin werd gesteld dat de maatschappij niet het resultaat was van een voluntaris-

tisch streven van individuen, maar van relatief-autonome figuraties of samenhan-

gende maatschappelijke processen waarin mensen waren opgenomen en werden

voortgestuwd. H e t relatieve van deze autonomie k w a m echter tot uiting in de er-

kenning dat - ondanks de afwijzing van het voluntarisme - uiteindelijk toch men-

sen de samenleving vormen en dat zij dit op de juiste manier kunnen doen indien zij

redelijk inzicht hebben in h u n natuurlijke mogelijkheden. O o k verwees Griffioen

naar Georg Lukacs, die had gesproken over de objectiviteit van het maatschappe-

lijke dat onafhankelijk was van het persoonlijk bewustzijn en dat ook niet te verkla-

ren was uit de wil, de bedoeling en het streven van individuen. Anderzijds erkende

ook Lukacs dat het uiteindelijk mensen zijn die de samenleving vorm geven. De o b -

28 Zie Blauw, Mens, kultuur en maatschappij, pp. 10-13.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 304

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's