Een handvol filosofen - pagina 291
Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012
J Deeltijdstudie en lerarenopleiding 287
denen van de afwijzing was dat de facul-
teit niet voldeed aan het door de minis-
ter gestelde criterium van een instroom
van minimaal zeventig studenten. De
faculteit ging gewoon d o o r met de reeds
gestarte deeltijdopleiding en besloot om
jaarlijks een aantal colleges uit het on-
derwijsprogramma 's avonds te geven.
Zo omzeilde de faculteit de ministeri-
ele bepaling en kwam zij tegemoet aan
de wens van belangstellenden die over-
dag geen colleges konden volgen, maar
van een officiƫle deeltijdopleiding was
geen sprake.
H a d de faculteit in de tweede helft
van de jaren zeventig in totaal ongeveer
tweehonderd vijf tig studenten, in 1983
stond de teller op ruim honderd (stu-
denten met een niet-filosofisch kan-
didaatsdiploma, die een 'voorstudie'
volgden om toegang te krijgen tot de
doctoraalstudie filosofie, meegerekend).
Velen vonden na hun doctoraal - vaak ^.7/,, Bruggemann-Krmjff
mede dankzij een niet-filosofisch bijvak
- een baan, onder andere in het onderwijs. M e t de invoering van de tweefasenstruc-
tuur werd de onderwijsbevoegdheid gebonden aan een erkende lerarenopleiding.
O o k de centrale interfaculteiten hadden de wettelijke mogelijkheid om een leraren-
opleiding te organiseren met de daaraan verbonden onderwijsbevoegdheid voor het
geven van filosofie in het middelbaar onderwijs en het hoger beroepsonderwijs. De
cursus was gesteld op twee maanden predoctorale en zes maanden postdoctorale
studie.
De Centrale Interfaculteit van de Universiteit van Amsterdam nam het initiatief om
tot een landelijke samenwerking te komen. Een discussienota over de organisatie van
de lerarenopleidmg werd in maart 1982 aan alle centrale interfaculteiten toege-
stuurd.-i" Op advies van de onderwijscommissie schreef het bestuur van de Centrale
Interfaculteit van de Vrije Universiteit aan de opstellers van de discussienota, dat het
streefde 'naar een eigen opleiding vanwege de aard van het bijzonder onderwijs - ze-
ker ook voor de filosofie'.^' De Centrale Interfaculteit van de Universiteit van Am-
sterdam reageerde teleurgesteld, noemde het opzetten van een eigen opleiding met
realistisch (gezien het beperkte aantal studenten) en beschouwde de eigen aard van
het bijzonder onderwijs gewaarborgd door de inhoud van het filosofieonderwijs
30 XiQ discussiGnotSi De universitaire lerarenopleiding filosofie^ ^tschrtvtn 00X ^ van dei Leeuw en P Mos-
terd, in archief CIF, doos 26, map 'Lerarenopleiding'
31 Brief van Geertsema namens de onderwijscommissie aan het faculteitsbestuur (6 april 1982) en de brief van
het faculteitsbestuur (19 april 1982) aan de opstellers van de nota (K van der Leeuw en P Mosterd), in archief
FdW, doos 26, map 'Lerarenopleiding'
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's