Een handvol filosofen - pagina 287

4 Onderwijs en onderzoek 283

waren en dat hun ontslag per i januari 1988 onontkoombaar was. In september van

1986 gaf het college van bestuur zijn goedkeuring aan het uitvoeringsplan.

De invoering van de voorwaardelijke financiering van het wetenschappelijk on-

derzoek k w a m in de Centrale Interfaculteit aanvankelijk traag o p gang, maar werd

uiteindelijk met succes bekroond. D e voorwaardelijke financiering had geen be-

trekking op het onderwijsgebonden onderzoek, maar op fundamenteel weten-

schappelijk onderzoek dat zou w o r d e n gefinancierd o p grond van uitgewerkte on-

derzoeksprogramma's. D e financiering van deze programma's werd voorwaardelijk

toegekend op grond van h u n omvang, kwahteit, samenhang en uitvoerbaarheid. D e

definitieve beoordeling van de programma's zou na vijf jaar plaatsvinden op grond

van de resultaten van het onderzoek.

De voorwaardelijke financiering werd gekenmerkt door een aanpak van het onder-

zoek die in de bètawetenschappen gebruikelijk was; daar werkte men met omvang-

rijke onderzoeksprogramma's en grote onderzoeksgroepen. D e vraag die de alfawe-

tenschappers hardop stelden was of aan h u n wetenschappelijk werk wel recht werd

gedaan als zij zich moesten voegen naar het werkmodel van de bèta's. Waren er dan

geen verschillen naar object, methode en werkwijze van onderzoek tussen alfa- en

bètawetenschappers? D e besturen van de faculteiten Wijsbegeerte en Godgeleerd-

heid schreven een gezamenlijke brief aan het college van bestuur, waarin zij erop

wezen dat het niet realistisch was o m uit te gaan van grootschalige onderzoekspro-

gramma's met een minimumomvang van tweeduizend uur. H e t stellen van z o ' n o m -

vang was een ernstige miskenning van het theologisch en filosofisch onderzoek dat

gedragen werd d o o r de jarenlange onderzoekservaring van individuele onderzoe-

kers. D e voorwaardelijke financiering zou de gevormde habitus van onderzoek in

een halfjaar afbreken. Grootschalig onderzoek zou zeker ten koste gaan van de o p -

gebouwde deskundigheid op velerlei deelgebieden van de filosofie en de theologie."

H e t college van bestuur had in het begin van 1982 echter al besloten de plannen van

het departement te volgen. D e voorwaardelijke financiering zou in het volgende jaar

moeten ingaan. D e brief van de faculteitsbesturen bracht daar geen verandering in.

Voldoen aan de eisen van de voorwaardelijke financiering was voor de faculteit in

de eerste plaats een kwestie van overleven, maar o o k van ambitie; men kon niet an-

ders, maar m e n wilde ook niet achterblijven. Veel stafleden en de onderzoekscom-

missie toonden in de loop van 1982 en in 1983 een grote inzet o m drie d o o r t i m m e r d e

onderzoeksprogramma's op poten te zetten. Deze klus werd geklaard en in decem-

ber 1983 besloot de faculteitsraad drie onderzoeksprogramma's in te dienen bij het

college van bestuur voor een interne toetsing: 'Rede en zinperspectief' (voortgeko-

men uit de vakgroepen antieke en patristische filosofie, middeleeuwse filosofie en

moderne en systematische filosofie met J.A. Aertsen als programmacoördinator),

'Pluralisme in perspectief' (van de vakgroep sociale en geschiedenisfilosofie met S.

Griffioen als programmacoördinator) en 'Heuristiek en innovatie van wetenschap-

pelijk kennen' (een samenwerking tussen de vakgroepen kennis- en wetenschapsleer

en logica, natuurfilosofie en wijsgerige antropologie met W.R. de Jong als program-

macoördinator). Verder diende de Centrale Interfaculteit samen met de Interfacul-

21 Brief van de faculteitsbesturen aan het college van bestuur (13 september 1982), in archief CIF, doos 26, map

'Onderzoek'.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen