GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 300

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 300

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

296 V E Vakfilosofische richtingen

waarin niet gerekend werd met het feit dat de kennis die voor de mens bereikbaar is

ook de kennis behoort van Gods openbaring. Vervolgens gaf hij een korte omschrij-

ving van de theologie als 'de disciphne die haar object heeft in het Woord Gods in

Christus'.'' Het Woord van God verschafte kennis en over deze kennis kon men na-

denken - zoals dat ook in andere disciplines gebeurt -, nadenken over het voorwerp

van onderzoek. Uitgaande van zijn opvatting van theologie met haar eigen object van

onderzoek en mogelijkheid tot reflectie, verdedigde Meuleman dat de theologie ook

van belang was voor andere academische disciplines en, omgekeerd, dat kennis van

andere disciplines van grote betekenis was voor de beoefening van de theologie. Om

dilettantisme in de theologie tegen te gaan, vond hij het van belang dat de theologie

werd beoefend in een faculteit die nauw samenwerkte met andere faculteiten. Hoe-

wel het beoefenen van de theologische wetenschap een waarde in zichzelf had, be-

hoorden theologen hun uitspraken ook te verantwoorden ten overstaan van de beoe-

fenaars van andere wetenschappen.^"

Naast zijn belangstelling voor interdisciplinaire samenwerking, had Meuleman een

groot besef van verantwoordelijkheid voor de bestuurlijke kant van de universiteit.

D o o r de jaren heen had hij zitting in veel facultaire en universitaire commissies, en

van 1965 tot 1968 was hij lid van het bestuur van de Centrale Interfaculteit. Zijn p u -

blicitaire werk is beperkt gebleven tot enkele wetenschappelijke artikelen, een be-

trekkelijk groot aantal boekbesprekingen en verscheidene algemeen toegankelijke

artikelen. Tijdens zijn ruim dertigjarig hoogleraarschap waren vijf promovendi bij

hem gepromoveerd.-' Waardering voor het vele werk dat hij voor de theologische

faculteit en de Centrale Interfaculteit had gedaan, bleek bij zijn emeritaat uit de hem

aangeboden jubileumbundel, getiteld Cultuur als partner van de theologie.^^

3 Geschiedenisfilosofie

Deze vakfilosofische richting was een onderdeel van de leeropdracht van prof.dr.

M . C . Smit, wiens werk in paragraaf 8 van hoofdstuk IV werd besproken. N a zijn

overlijden in 1981 werd dr. J. D a v i d s e i n 1983 i n d e Centrale Interfaculteit benoemd

tot wetenschappelijk hoofdmedewerker voor geschiedenisfilosofie.

Jan Davidse, op 26 september 1936 in Goes geboren, slaagde in 1955 voor het

19 Meuleman, Theologie aan de universiteit, p. 22.

20 Meuleman, Theologie aan de universiteit, pp. zyiy.

21 Bij Meuleman promoveerden L. Oranje, God en wereld. De vraag naar het transcendentale in Schleierma-

chers 'Dialektik' {i^6S), C.J. Wethmar, Dogma en verstaanshorison. Histories-systematiese ondersoek in verband

met die hermeneutiese funksie van die kerklike dogma met hesondere verwysing na die theologie van Gerhard

Eheling (1977), H.M. Vroom, De Schrift alleen^ Een vergelijkend onderzoek naar de toetsing van theologische

uitspraken volgens de openharingstheologische visie van Torrance en de hermeneutisch-theologische opvattingen

van Van Buren, Ebehng, Moltmann en Pannenberg (1978), J.J. van Es, Spreken over God: letterlijk of figuurlijk?

Analogie en metafoor in het spreken over God (1979) en W. Stoker, De christelijke godsdienst in de filosofie van

de verlichting. Een vergelijkende studie over de geloofsverantwoording in het denken van Locke, de deïsten.

Lessing en Kant (1980).

22 Cultuur als partner van de theologie. Opstellen over de relatie tussen cultuur, theologie en godsdienstwijs-

begeerte, aangeboden aan prof.dr. G.E. Meuleman (Kampen, 1990), waarin een bibliografie van Meuleman is

opgenomen en bijdragen van o.a. C A . van Peursen, J. Veenhof, H.M. Kuitert, H.M. Vroom, J. Moltmann, H.J.

Adrlaanse, W. Stoker en S. Griffioen. Meuleman stierf in 1998.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 300

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's