GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 124

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 124

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

120 / / Nieuwefilosofischeuitdagingen (i<)i8-i^4o)

het christendom en de hellenistische filosofie, in 1934 ontdekte hij dat de gnostiek

al voor het begin van onze jaartelling tot uitdrukking was gekomen in een synthese

tussen joods denken en Perzische en Egyptische filosofie. Het was hem vervolgens

gebleken dat de gnostiek zich door de eeuwen heen had genesteld in het christelijk

denken en na de renaissance ook in het humanistisch denken. Hij signaleerde lijnen

van de gnostiek vanaf de oudheid via mystici als Meister Eckhart, zijn leerling Jo-

hannes Tauler en de lutheraan Sebastian Franck naar doperse stromingen, het piƫ-

tisme (ook onder gereformeerden) en andere geloofsrichtingen - ook naar het Ger-

maanse nationaalsocialistisch denken. Zo zag hij dat het mythologisch-gnostieke

denken ook werkzaam was in het in 1930 verschenen Der Mythus des 20. Jahrhun-

derts van Alfred Rosenberg, de ideoloog van het nationaalsocialisme, die in 1941

rijksminister zou worden. Rosenberg had de mythe van bloed, geloof en staat ver-

dedigd, waarin hij het joodse Oude Testament wilde uitbannen, het Nieuwe Testa-

ment van joodse elementen zuiverde, Jezus voorstelde als een held met Germaanse

in plaats van joodse afkomst, en een christendom propageerde zonder minderwaar-

dig besef van zonde en vergeving."** Zo kwam de gnostiek in het nationaalsocialis-

me tot uitdrukking in een zich verheffen uit de duistere wereld door middel van een

'mythologiserend monistisch biologisme - een racistische "Kampf ums Dasein"',

met een verheerlijking van het 'arische' ras tegenover 'minderwaardige' rassen van

de Slavische volken en de joden.'*' Vollenhoven verwierp de filosofische wortels en

praktische uitwerking van deze ideologie hartgrondig.

9 Terugblik

In de tweede fase van de geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Univer-

siteit, die valt in de periode tussen de wereldoorlogen, bleven de gereformeerde begin-

selen een onderwerp van discussie. Voor Pos en Buytendijk werden deze beginselen

uiteindelijk een bron van conflicten met de besturende colleges van de universiteit.

Pos had ermee ingestemd om de gereformeerde beginselen in verband te bren-

gen met zijn onderwijs in de taalfilosofie. Hij had een smalle verbindingsweg gezien

tussen Rickert en Husserl enerzijds en de orthodox-gereformeerde leer anderzijds.

Toch was deze weg na verloop van tijd voor hem niet begaanbaar gebleken. Hij wist

met de gereformeerde beginselen geen raad. Voor hem kwam zijn benoeming tot

hoogleraar filosofie aan de Universiteit van Amsterdam als een bevrijding.

Ook Buytendijk had aanvankelijk met de gereformeerde beginselen ingestemd.

Hij had zelfs een nieuw 'beginsel' ingevoerd, deemoed, dat nog niet eerder in de

discussie aan de Vrije Universiteit aan de orde was geweest. Zijn collega's en de be-

sturende colleges hadden geen reden om tegen zijn beschouwing over deemoed be-

zwaar te maken. Waarschijnlijk konden zij ermee instemmen, al was deemoed een

deugd die door de christelijke levensbeschouwing werd gevoed en geen gerefor-

meerd beginsel dat in de calvinistische traditie was geijkt. Later had Buytendijk de

besturende colleges verwijten gemaakt over het ontbreken van een calvinistische

166 Rosenberg, Der Mythus, pp. y6, 603-604. Zie Stellingwerff, Vollenhoven, pp. 117-115}. O o k Zondergeld,

Geen duimbreed, pp. 24-25.

167 Vollenhoven, Wijsgerig woordenboek, pp. 276, 278, 356.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 124

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's