GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 110

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 110

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

io6 / / Nieuwe filosofische uitdagingen (1^18-11)40)

christelijk denken. H o e globaal deze indeling ook was, hij wilde een radicale schei-

ding maken tussen enerzijds 'onschriftuurlijke' filosofische theorieën, met name

wanneer in synthesepogingen het christelijk denken werd vertroebeld d o o r voor-

christelijke filosofische ideeën, en anderzijds een 'schriftuurlijke filosofie' die hij

wilde ontwikkelen in de lijn van Calvijn. Hij had niet alleen kritiek op het filoso-

fisch synthesedenken in het verleden, maar o o k op het synthesedenken in zijn eigen,

gereformeerde kring, dat onder andere tot uiting k w a m in het vasthouden aan de

scholastieke scheiding van een sterfelijk lichaam en een onsterflijke ziel - een schei-

ding die van oud-Griekse oorsprong was en die men met het christelijk denken tot

een synthese had gebracht. In deze opvatting bespeurde hij een vergoddelijking van

de ziel, wat Vollenhoven typeerde als een 'partieel theïsme'."''

O m d a t volgens Vollenhoven een christelijke wijsbegeerte mogelijk was, zou o o k

een christelijke logica mogelijk moeten zijn. Ja, eigenlijk was het andersom: chris-

telijke filosofie en wetenschap zouden op niets uitlopen, indien het menselijk den-

ken niet zou w o r d e n o n d e r w o r p e n aan een kritisch onderzoek van een christelijke

logica. Deze stelling verdedigde hij in 1932 in zijn rectorale rede die in uitgewerk-

te v o r m verscheen in een ruim honderd pagina's tellend boek, De noodzakelijk-

heid eener christelijke logica."^ Hij besefte dat velen hem niet zouden begrijpen en

zouden zeggen dat de logica slechts 'formeel' of 'neutraal' is en de 'zelfgarantie der

waarheid' bevat. Volgens hen z o u d e n de beginselen van de logica geen enkele relatie

hebben met een filosofie van de kosmos of met kentheoretische en filosofisch-an-

tropologische opvattingen. H a d Kant niet gezegd dat de formele logica sinds Aris-

toteles niet veranderd was? Vollenhoven wees er echter op dat Aristoteles' logica

betrekking had op een objectieve stand van zaken in de werkelijkheid, terwijl Kant

de aristotehsche logica had ondergebracht in zijn transcendentale logica die in het

menselijk subject lag."*" Vollenhoven beschreef vervolgens uitvoerig dat vanaf de

voorsocratici tot in de moderne tijd de beginselen van de logica voortdurend onder-

werp van filosofische discussies waren geweest.

Zoals hij in zijn proefschrift de grondslagen van de wiskunde filosofisch had geana-

lyseerd, zo wilde hij ook de beginselen van de logica aan een kritisch onderzoek on-

derwerpen. Dit onderzoek kon niet los staan van zijn filosofische inzichten in de

kosmos, de mens en de kentheorie. Hij legde uit dat het logische of analytische een

functie is van de mens en als zodanig een onderdeel van het menselijk kennen van de

werkelijkheid. Vervolgens kwam hij tot een plaatsbepaling van het logische te mid-

den van andere menselijke functies. Eerst maakte hij duidelijk dat een dier niet alleen

een biotisch wezen is, zoals een plant, maar ook een psychisch wezen en dat het psy-

chische de hoogste functie is die een dier kenmerkt. Zo beschouwde hij het logische

als een typisch menselijke functie - niet de hoogste menselijke functie, maar een

functie te midden van andere. Het logische is een hogere functie dan het psychische,

maar een lagere dan de historische, iinguale, sociale en andere functies. Het logische

wijst terug naar lagere functies: het komt in het aritmetische tot uitdrukking in de

veelheid van denkacties, in het ruimtelijke in het vergelijken van gedachten, in het

114 Vollenhoven, Het calvinisme, p. 63.

115 VoUenhoven, De noodzakelijkheid, pp. 1,84-85.

116 Kant, Kritiek der reinen Vernunftt, 'Vorrede zur zweiten Auflage', p. viii. Ook Vollenhoven, De noodza-

kelijkheid, pp. 3, 4, 47.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 110

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's