GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 28

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 28

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

24 I Fragiel begin (1880-1918)

Kuypers argumentatie was meer synthetisch dan analytisch. Hij bracht zijn con-

cept van soevereiniteit in eigen kring in direct verband met een 'goddelijk beginsel' en

de 'ordening der schepping'. Hij vereenzelvigde zijn concept met G o d en de schep-

ping, in plaats van de relaties tussen het een en het ander scrupuleus te analyseren.

Het begrip 'ordening der schepping' of 'scheppingsorde' nam in Kuypers neocalvi-

nisme een belangrijke plaats in. Calvijn kende de idee van een scheppingsorde. Zo

schreef hij dat God door de kracht van zijn Geest al het bestaande in stand houdt

'volgens de eigenaardigheid van iedere soort, welke Hij daaraan door de wet der

schepping heeft toegekend'.*'' Elders schreef hij over de overheid, het huwelijk, de

landbouw, de bouwkunde, de schoenmakers- en de barbierkunst ais 'ordinantiën

Gods'.^' Hoewel Calvijn in dat verband het woord scheppingsorde niet gebruikte,

impliceren zijn woorden de idee van een scheppingsorde die in haar verscheidenheid

door de werking van de Geest van God en volgens de 'wet der schepping' in stand

wordt gehouden. Kuyper ging een stap verder: hij werkte de idee van een schep-

pingsorde uit door middel van zijn concept van soevereiniteit in eigen kring, dat hij

er vervolgens mee vereenzelvigde.

Hoewel Kuyper de invloed van Calvijn had ondergaan, zal hij ongetwijfeld op de

hoogte zijn geweest van de leer van de scheppingsorde van de Duits-lutherse theo-

loog A. von Harlesz (1806-1879). Sindsdien werd het woord scheppingsorde door

lutherse auteurs in de negentiende eeuw frequent gebruikt.''* Op grond van de Bijbel

noemden zij huwelijk, gezin, overheid en volk instellingen van God. Kuyper ge-

bruikte het concept van de soevereiniteit in eigen kring in een meeromvattende bete-

kenis, namelijk om een gedifferentieerd beeld van de werkelijkheid en met name van

de samenleving te schetsen. Zijn fundering en interpretatie van de soevereiniteit in ei-

gen kring werden door zijn geestverwanten gerekend tot wat zij 'gereformeerde be-

ginselen' noemden.

Vrijwel alle Nederlandse kranten brachten de opening van de Vrije Universiteit als

nieuws. In De Standaard en De Heraut - van beide bladen was Kuyper hoofdredac-

teur - werd uitgebreid verslag gedaan van de opening. M e n k o n rapporteren dat de

vereiste honderdduizend gulden bij elkaar was gebracht. Met enige trots werd mel-

ding gemaakt van de binnenkomst van de hoogleraren in toga, voorafgegaan d o o r

de pedel. De staf van de pedel was gesierd met een zilveren beeldje van Minerva, de

Romeinse godin van wijsheid en wetenschap, wat reeds spoedig gemor in een deel

van de achterban opleverde. D e van de hervormde kerk afgescheiden predikant

A. Brummelkamp - afgescheiden, omdat hij behoorde tot de kerken die in 1834 wa-

ren meegegaan met de afscheiding van de hervormde kerk - schreef verontwaardigd

dat bij de opening van de gereformeerde universiteit een heidens afgodsbeeld de

kerk was binnengedragen. Volgens hem was de Vrije Universiteit op de dag van haar

opening reeds diep gezonken."^ Kuyper reageerde furieus op die benepenheid en het

gebrek aan historisch besef. In De Heraut schreef hij dat de pedelstaf van de Vrije

Universiteit een kopie was van die van de van oorsprong gereformeerde universiteit

24 Calvijn, Institutie, II, 2, lé.

25 Zie Calvijn, Institutie, IV, 19, 34; IV, 20, i en 4.

16 Aldus Ruppert, Het rijk Gods, pp. 311-315. Vermelding verdient dat Harlesz zelf niet sprak van scheppings-

orde of scheppingsordeningen, maar van scheppersordeningen. Strikt genomen ging het ook Kuyper om een

scheppersorde die in de schepping tot uitdrukking zou komen.

27 Brummelkamp, 'Uiterlijk gelaat', in De Bazuin, 1^ oktober r88o.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 28

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's