Een handvol filosofen - pagina 431

7 P- Koslowski: een filosoof op eenzame hoogte 427

specialis te verbinden met de bronnen van joodse tradities. Een voorbeeld van deze

discussie is de door hem geredigeerde bundel Moses Mendelssohn's Metaphysics and

Aesthetics, waarin naar aanleiding van de correspondentie tussen Mendelssohn en

Kant studies zijn opgenomen over hun inzichten in mathematica, metafysica, ethiek

en religie.t^

De vier gestelde vragen komen ook samen in Munks reeds langer lopend onder-

zoek naar het kritisch idealisme van Hermann Cohen en zijn stelling over de metho-

dische verwantschap van kritisch idealisme en joodse filosofie. Het is in het spoor

van Cohens kritisch idealisme dat de vraag naar het eigene van de moderne joodse fi-

losofie in Munks onderzoek meer en meer naar voren komt.

7 P. Koslowski: een filosoof op eenzame hoogte

In paragraaf C 7 over Filosofie in Bedrijf passeerde prof. Koslowski reeds de revue.

Hij was in 2004 niet alleen benoemd voor filosofie van management en organisatie,

maar ook voor geschiedenis van de moderne filosofie (een jaar later werd het ad-

jectief ' m o d e r n e ' geschrapt). Koslowski apprecieerde dat zijn leeropdracht o o k de

geschiedenis van de filosofie omvatte, omdat hij daarmee zijn internationale her-

kenbaarheid als algemeen filosoof en kenner van de geschiedenis van de metafysica

behield. In zijn onderwijs besteedde hij sinds 2004 aandacht aan Baader, Schelling

en Dilthey, en postmoderne filosofen.

Voorafgaand aan zijn benoeming in de Faculteit der Wijsbegeerte had prof. Bos

als decaan in 2003 een uitgebreide correspondentie met Koslowski gevoerd. Bos be-

schouwde hem als een uitstekende kandidaat voor het deeltijdse hoogleraarschap

voor Filosofie in Bedrijf. D a t hij praktiserend lid was van de Rooms-Katholieke

Kerk en zijn geloofsovertuiging liet d o o r w e r k e n in zijn filosofiebeoefening, werd

door Bos als positief beoordeeld. Vanuit deze overtuiging had Koslowski kritiek op

het autonomie-ideaal in de moderne filosofie, wat volgens Bos een aansluiting gaf

bij de reformatorische wijsbegeerte.

Peter Koslowski, op 2 oktober 1952 in Göttingen geboren, studeerde filosofie

en economie aan de universiteiten van Tubingen en München, en het Virginia P o -

lytechnic Institute in de Verenigde Staten. Aan de universiteit van M ü n c h e n haal-

de hij zijn MA-economie en MA-filosofie en promoveerde hij in 1979 op het proef-

schrift 7.um Verhdltnis von Polis und Oikos bei Aristoteles. Politik und Okonomie

bei Aristoteles (Tubingen, 1993^). Van 1977 tot 1985 doceerde hij als assistent aan

de universiteit in M ü n c h e n en hij was vervolgens twee jaar als hoogleraar verbon-

den aan de universiteit van Witten/Herdecke. In 1987 werd hij oprichter en direc-

teur van het bisschoppelijk Forschungsinstitut für Philosophic in Hannover, een

functie die hij vanaf 1996 combineerde met het directeurschap van het Z e n t r u m für

Ethische O k o n o m i e u n d Wirtschaftskultur. Hij kreeg echter ernstige bedenkingen

tegen het beleid van de bisschop. Hij k o n zich er uiteindelijk niet mee verenigen,

voelde zich geïsoleerd en had de indruk dat hij werd uitgerangeerd. Overleg met de

bisschop leidde ertoe dat hij in 2001 van zijn directeursfunctie werd ontheven en

47 R. Munk (ed.), Moses Mendelssohn's Metaphysics and Aesthetics. Studies in German Idealism, 13. (Dor-

drecht, 2011).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen