GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 80

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 80

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

/ó / / Nieuwe filosofische uitdagingen (i^ 18-i<)4o)

onzekerheid en vernedering na de verloren oorlog, gebrek aan toekomstperspectief

en broeiende agressie tegen het buitenland. Enkele dagen na zijn drieëntwintigste

verjaardag promoveerde Pos in 1921 aan de Heidelbergse universiteit bij Rickert

magna cum laude op het proefschrift Zur Logik der Sprachwissenschaft.

Zijn neokantiaanse leermeesters in Heidelberg hadden Pos geleerd dat kennis niet

mogelijk was zonder bepaalde begrippen en theorieën; anders zou een object onken-

baar zijn. In zijn Zur Logik der Sprachwissenschaft ging Pos in dit spoor verder en

stelde hij dat het kennen van iets niet slechts afhankelijk is van het denken van de

mens. Ook de vorm of structuur van dat 'iets' moest in het proces van het kennen

worden betrokken en gaf aan het subjectieve denken een objectiven Geltungsgrund.^^

Hij verwees naar de neokantiaanse transcendentale filosofie, dat wil zeggen de filoso-

fie die vraagt naar de vooi"waarden die wetenschappelijke kennis mogelijk maken.

Deze voorwaarden lagen niet alleen in het menselijk denken en in de begrippen en

theorieën die een filosoof gebruikt, maar ook in het materiaal van onderzoek dat zelf

een bepaalde structuur heeft. Een filosoof moest daarom zulke begrippen en theo-

rieën gebruiken, die aansloten bij de structuur van het te onderzoeken materiaal. De

begrippen die een wetenschapper gebruikte verwezen dus naar en waren noodzakelijk

voor het leren kennen van het object, maar deze begrippen waren niet gelijk aan het

materiaal; ze vielen er niet mee samen. Met zijn begrippen en theorieën verwees de

wetenschapper naar en sloot hij aan bij zijn object van onderzoek, maar het onder-

scheid tussen begrippen en theorieën enerzijds en het object anderzijds bleef gehand-

haafd. Zonder dat onderscheid zou geen wetenschap mogelijk zijn."'

De filosofie van een vakwetenschap behoorde haar onderzoek te richten op de

vraag: met welke fundamentele begrippen moet een wetenschapper het object van

zijn wetenschap begrijpen? De grondslagenleer {Logik) van een wetenschap had dus

als taak om aan te tonen dat de begrippen die in een wetenschap worden gebruikt bij

haar object passen en voor het theoretisch begrijpen ervan onmisbaar zijn. Zo wer-

den in de cultuurwetenschappen, dus ook in de taalwetenschap, andere begrippen en

methoden gebruikt dan in de natuurwetenschappen. Indien men natuurwetenschap-

pelijke kenvormen gebruikte bij de bestudering van cultuurwetenschappelijk materi-

aal, dan viel dat materiaal uiteen in een chaos zonder zin. Omdat elke wetenschap be-

paalde begrippen en theorieën gebruikt die het te onderzoeken materiaal tot een

bepaald object van onderzoek 'omsmeden' {umbilden), maar niet met dat object sa-

menvallen, levert een wetenschap geen volledige of absolute kennis van het object op.

Wetenschappelijke kennis is altijd gebonden aan bepaalde transcendentale vooron-

derstellingen (bepaalde kenvormen die aansluiten bij de aard van het te onderzoeken

materiaal, maar die er niet mee samenvallen), waardoor er een onkenbare werkelijk-

heid op zich blijft bestaan en waardoor wetenschappelijke kennis per definitie rela-

tief is.''

Zo bleef in de geesteswetenschappen, ook in de taalwetenschap, altijd een

voortheoretische, subjectieve leef- en belevingswereld van mensen bestaan, die een

wetenschapper nooit helemaal theoretisch kon vatten. Alle subjectieve associaties die

mensen bijvoorbeeld hebben bij het gebruik van bepaalde woorden, worden niet al-

lemaal opgenomen in een wetenschappelijke theorie van een taal. De bepaling van de

15 Pos, 7.ur Logik der Sprachwissenschaft, p. 4.

:6 Pos, 7.ur Logik, p. 8.

17 J'os,ZurLogik,-p.i.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 80

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's