GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 282

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 282

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

2/8 V D Feiten en gebeurtenissen

bestaan die geuit worden in sub-gemeenschap-pelijke achterklap (waarin ik ook

word meegesleept en dat vind ik vervelend)'/

De confererende stafleden waren vrijwel unaniem van oordeel dat zij moesten stre-

ven naar meer openheid en pluriformiteit in het onderwijs. Wat er leefde onder de

studenten was slechts in algemene bewoordingen aan de orde gekomen. De klacht

van Zijlstra werd zorgvuldig omzeild. Wel werd het voorstel gedaan om regelmatig

christenfïlosofen van andere Nederlandse universiteiten en uit het buitenland uit te

nodigen. Wat het onderzoek betreft werd geconstateerd dat de werkgroepen aan een

kritische evaluatie toe waren en dat gestreefd moest worden naar samenwerking tus-

sen de vakgroepen in onderzoeksprojecten. De doelstelling van de universiteit kwam

ter sprake, waarvan de één vond dat instemming met de doelstelling niet het beoefe-

nen van een bepaalde christelijke filosofie impliceerde, terwijl de ander dit juist wel

vond. Enkelen wilden de wijsgerige vorming facultatief maken, terwijl anderen zich

daartegen keerden en de wijsgerige vorming juist in verband wilden brengen met de

doelstelling. De dominante positie van de calvinistische wijsbegeerte werd niet ter

discussie gesteld. Kritische opmerkingen over deze wijsbegeerte werden afgedaan

met de tegenwerping dat frustraties en problemen over het functioneren van de facul-

teit niet moesten worden afgewenteld op de calvinistische wijsbegeerte.'

Alle bijdragen tot de discussie over meer openheid en pluriformiteit benaderden

deze onderwerpen vanuit het perspectief van een christelijke filosofiebeoefening. De

opmerkingen van Van Peursen over de ontstane vervreemding tussen de calvinisti-

sche filosofen en andere wetenschappers aan de Vrije Universiteit en het vervangen

van de antithese in de filosofie door communicatie en dialoog werden door enkele

aanwezigen getypeerd als een achterhaalde kritiek. Klapwijk zou enkele jaren later in

zijn transformationele filosofie aantonen dat deze kritiek van Van Peursen allerminst

achterhaald was. Dat Van Peursens kritische opmerkingen over de dominante plaats

van de calvinistische wijsbegeerte in de faculteit nauwelijks tot een discussie leidden,

kan het gevolg geweest zijn van het feit dat de meeste stafleden deze wijsbegeerte

waren toegedaan. Weliswaar had ieder van hen zijn eigen meer of minder vergaande

kritiek op deze wijsbegeerte, maar niemand was in staat om over zijn eigen schaduw

heen te springen. Ik herinner me dat Van Peursen en Sanders in een van de pauzes van

de conferentie tegen enkele jongere collega's zeiden dat de meerderheid van de staf

niet in staat was het probleem van de dominantie van de calvinistische wijsbegeerte

als een van de grote problemen van de Centrale Interfaculteit aan de orde te stellen.

Er was veel gepraat, maar het stafberaad resulteerde niet in duidelijke conclusies.

Het faculteitsbestuur zal ongetwijfeld zijn voordeel hebben gedaan met de informa-

tie die het beraad had opgeleverd. Op welke wijze het bestuursbeleid tot concrete

veranderingen zou leiden, moest worden afgewacht. Beeldvorming leidt doorgaans

een taai bestaan en verandert niet binnen het bestek van enkele jaren. In 1982 merkte

Van Olst aan het eind van zijn inaugurele rede nog op dat hij de openheid in het ge-

sprek over fundamentele vragen binnen de Centrale Interfaculteit zeer waardeerde,

maar hij voegde aan die woorden toe dat de faculteit 'naar buiten toe vaak een ge-

sloten indruk maakt'.'

7 Zijlstra, 'De CIF en "buiten"', in archief CIF, doos 17, map 'Stafberaad 1980'.

8 'Verslag stafberaad', archief CIF, doos 17, map 'Stafberaad 1980'.

9 'Va.nOlsi, Lichamelijkheid als probleem, p. 19.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 282

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's