GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 321

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 321

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

7 Medische filosofie en ethiek 317

haar keus voor de macht van de wetenschap had de medische wetenschap volgens

Metz de ogen gesloten voor de 'werkelijkheid van de schepping'. Wat zij overhield

was een door haarzelf geconstrueerde werkelijkheid. In deze wetenschappelijke (sci-

entistische) visie op de werkelijkheid, zo concludeerde Metz, deden de 'gehoorzaam-

heid aan het evangelie' en de scheppingswerkelijkheid niet ter zake. Zo stonden vol-

gens hem de doelstelling van de Vrije Universiteit en de moderne wetenschap

antagonistisch tegenover elkaar. Toch wilde hij de doelstelling van de universiteit niet

afschaffen, want het niet authentiek gebruik van de doelstelling wees op de mogelijk-

heid dat een authentiek gebruik niet uitgesloten was. Een authentiek gebruik zou tot

uitdrukking kunnen komen, indien men de macht van de wetenschap omboog in af-

hankelijkheid van en in dienstbaarheid aan de menselijke ervaringswereld.-"

In 1979 had Metz de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. O m d a t er nog geen o p -

volger was, bleef hij op verzoek van de besturen van de Faculteit der Geneeskun-

de en de Centrale Interfaculteit nog een jaar zijn onderwijs geven. In 1980, het jaar

waarin zijn lectoraat werd omgezet in een buitengewoon hoogleraarschap, ging hij

met emeritaat. In verband met het overlijden van zijn echtgenote in het vroege voor-

jaar van 1980, gaf hij in het jaar daarna zijn afscheidscollege, getiteld Verantwoor-

ding. Met nieuwe literatuurverwijzingen en voorbeelden herhaalde hij zijn missie

dat de geneeskunde niet slechts in de vermeerdering van de medische macht, maar

in haar dienst aan het menselijk leven haar hoogste roeping behoorde te vervullen.

In 1980 werd de reeds genoemde gastdocent dr. J.M. Broekman benoemd tot bui-

tengewoon hoogleraar in de Faculteit der Geneeskunde en de Centrale Interfacul-

teit o m filosofie te geven in de geneeskundefaculteit. Hij was de opvolger van Metz

voor zover het ging o m de medische filosofie. Over medische ethiek werd in zijn

benoemingsbrief niet gesproken.^^

Jan Maurits Broekman, op 16 februari 1931 in V o o r b u r g geboren, was na zijn stu-

die sociologie in Leiden filosofie gaan studeren in Göttingen, waar hij in 1961 p r o -

moveerde op het proefschrift Phdnomenologie und EgologieJ^ Vervolgens werd hij

docent filosofie en adjunct-directeur van de Haagse Sociale Academie, wetenschap-

pelijk hoofdmedewerker voor filosofie aan de Universiteit van Amsterdam en sinds

1968 hoogleraar rechtsfilosofie aan de Katholieke Universiteit in Leuven. O p zijn

naam staat een groot aantal publicaties over psychiatrie, sociale filosofie, rechtsfi-

losofie en esthetica. Bijzondere belangstelling t o o n d e hij voor de fenomenologie en

het structuralisme.

Broekman werd in 1980 aan de Vrije Universiteit benoemd als buitengewoon

hoogleraar. Zowel in Nederland als in België was hij belijdend lid van de N e d e r -

landse H e r v o r m d e Kerk, al had hij jaren van distantie tot de kerk gekend. D e doel-

stelling van de universiteit onderschreef hij echter niet, althans niet als een formule

of dogma. O p die manier zou de doelstelling niet tot partnerschap kunnen leiden in

gesprek en geloof, noch tot een kritisch-wetenschappelijke bezinning. Christen-zijn

moest volgens hem een kritische houding betekenen ten opzichte van het vooruit-

71 Metz, Over doelstellingen, pp. 13-18.

72 Benoemingsbrief van het bestuur van de Vereniging voor Wetenschappelijk Onderwijs op Gereformeerde

Grondslag aan Broekman (14 juli 1980), in Broekman Personeelsdossier, 1995-81.

73 Zijn proefschrift, Phaenomenologie und Egologie. Faktisches und transzendentales ego het Edmund Husserl,

werd gepubliceerd in de serie Phaenomenologica, dl. XII. (Den Haag, 1963).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 321

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's