GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 183

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 183

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

J opbouw van de Centrale Interfaculteit ^79

Centrale Interfaculteit in 1964 werd de wijsgerige sectie opgeheven. Bijgevolg ver-

loor de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte haar weidse naam en ging verder als

Faculteit der Letteren.

Omdat de genoemde filosofen niet alleen lid waren geworden van de Centrale In-

terfaculteit, maar ook lid bleven van de Faculteit der Letteren, hadden zij een dub-

bele benoeming. Zo werden ook Dooyeweerd als rechtsfilosoof (en een jaar later

zijn opvolger Hommes) en prof.dr. G.E. Meuleman als godsdienstfilosoof lid van de

Centrale Interfaculteit; ook zij hadden een dubbele benoeming, omdat zij lid bleven

van de juridische, respectievelijk theologische faculteit. Vanwege het centrale karak-

ter van de interfaculteit waren ook de andere faculteiten in haar vertegenwoordigd

door hoogleraren die - hoewel zij geen filosofie in hun leeropdracht hadden - vol-

ledig stemrecht hadden.

Bij haar oprichting bestond de Centrale Interfaculteit uit twee gewone hooglera-

ren (Zuidema en Van Riessen), twee buitengewone hoogleraren (Begemann en Van

Peursen), een lector (Van der Hoeven), drie hoogleraren voor een vakfilosofische

richting (Dooyeweerd, Meuleman en Smit) en zeven hoogleraren-vertegenwoor-

digers van de andere faculteiten. Ook waren er twee wetenschappelijk ambtenaren

(drs. Th. de Boer voor wijsgerige antropologie en drs. J. Klapwijk voor logica), een

wetenschappelijk assistent (drs. H. Hart, conservator), enkele studenten-assistenten

en twee administratieve medewerksters. In de volgende jaren werd de wetenschap-

pelijke staf geleidelijk uitgebreid. In 1966 werd onder anderen de econoom drs. J.B.

Overstegen, die zich voorbereidde op een doctoraalexamen wijsbegeerte, benoemd

tot assistent en in 1968 tot wetenschappelijk medewerker voor de studiebegeleiding.

Met de instelling van de Centrale Interfaculteit werd ook het Filosofisch Insti-

tuut opgericht, waarin de organisatie van het onderwijs en onderzoek, de admi-

nistratie, de filosofische bibliotheek en het beheer van de locatie werden onder-

gebracht. Nadat de faculteit enkele jaren was gevestigd in het Achterhuis van het

toenmalige hoofdgebouw van de Vrije Universiteit aan de Keizersgracht 162, had

de universiteit een etage in het pand Koninginneweg 56, het vroegere huis van Vol-

lenhoven, beschikbaar gesteld voor het Filosofisch Instituut. Het beschikte slechts

over twee kleine zaaltjes, waar dan ook slechts een deel van het onderwijs van de

faculteit werd gegeven. Andere colleges werden gegeven in gebouwen in de Ko-

ningslaan en de Van Eeghenstraat. Onder supervisie van de hoogleraar-directeur

Zuidema moest de conservator, het eerste hoofd van het instituut, drs. Hart, zich

redden met beperkte materiƫle middelen.^^ Na zijn promotie en vertrek naar Cana-

da werd Hart in 1966 opgevolgd door drs. B. Zylstra, die niet meer onder supervi-

sie van een hoogleraar-directeur werkte, maar verantwoording aflegde aan het mo-

deramen, zoals het faculteitsbestuur destijds werd genoemd.^* Omdat Zylstra na

zijn promotie in 1968 ook naar Canada vertrok, werd drs. E. Schuurman tijdelijk

benoemd als hoofd van het instituut om na enkele maanden (in 1969) te worden

opgevolgd door ir. J.H. Santema. Hij kreeg de functie van adjunct-secretaris van

27 Wijsgerige sectie, Notulen, 16 december 1963, in archief CIF, doos 70. Zie brief van CIF aan curatoren (2 fe-

bruari 1964), in archief college van directeuren, Agenda's/correspondentie 1964,

28 Deze en andere bepahngen over de structuur en taken van het instituut werden in 1967 omschreven in het

Rapport van de Commissie voor het Filosofisch Instituut van de Centrale Interfaculteit (juni 1967), door de fa-

culteit goedgekeurd. Notulen, 22 mei 1968, in archief CIF, doos 70.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 183

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's