GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 159

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 159

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

6 S.U Zuidema: m de greep van negatieve kritiek 155

hoven de toezegging dat hij een eventuele benoeming zou aanvaarden. Bijgevolg be-

dankte hij voor het beroep van Amsterdam-Zuid.

Inmiddels was de Stichting bijzondere leerstoelen voor calvinistische wijsbegeer-

te bezig om aan de universiteit in Utrecht een bijzondere leerstoel te vestigen. Het

had nogal wat voeten in de aarde, omdat het de eerste leerstoel calvinistische wijs-

begeerte zou zijn en de letterenfaculteit en de senaat van de Utrechtse universiteit

hoge eisen stelden aan de voor te dragen bijzonder hoogleraar. Vollenhoven was er-

van overtuigd dat hij met Zuidema een uitstekende kandidaat had, die zich met zijn

proefschrift had gepresenteerd als een scherpzinnig filosoof. De universiteit werk-

te boven verwachting constructief mee en Zuidema werd eind 1947 tot bijzonder

hoogleraar benoemd.'"'

Aan de Vrije Universiteit kwam het voorstel van de letterenfaculteit om Zuidema

te benoemen in het vroege voorjaar van 1947 in de senaat ter sprake. Enkele hoog-

leraren kwamen met bezwaren tegen een tweede hoogleraar filosofie die aanhan-

ger was van de calvinistische wijsbegeerte. De vraag werd gesteld waarom niet was

gezocht naar iemand die een andere filosofische benadering had dan Vollenhoven.

Waarschijnlijk vreesde men een te grote invloed van de calvinistische wijsbegeerte,

die men voor de ontwikkeling van de filosofie aan de Vrije Universiteit eenzijdig

en daarom ongewenst vond. De theoloog prof.dr. G.Ch. Aalders zei openlijk 'dat

zeer velen ernstige bezwaren hebben tegen de wijsbegeerte der Wetsidee'. De be-

spreking was van dien aard dat rector Woltjer, die 'animositeit tegen de wijsbegeerte

der Wetsidee' constateerde, het voorstel tot benoeming van Zuidema in stemming

moest brengen. Met meerderheid van stemmen werd het voorstel aanvaard."^^ Om-

dat de financiële bezwaren van het college van directeuren tegen de benoeming niet

onoverkomelijk bleken, werd hij in het voorjaar van 1948 benoemd tot buitenge-

woon hoogleraar.**' Hij was blij met beide benoemingen, maar hij zou altijd relati-

verend over het hoogleraarschap spreken; zich erop voor laten staan, was hem to-

taal vreemd.

Hoewel het tot 1955 zou duren voordat zijn buitengewoon hoogleraarschap

werd omgezet in een ordinariaat, kreeg hij direct na zijn benoeming een veelomvat-

tende onderwijstaak. Naast de inleidingscolleges gaf hij vanaf 1949 ook onderwijs

in de patristische en middeleeuwse filosofie en de geschiedenis van de moderne fi-

losofie.'*''

In de eerste jaren na de oorlog groeide de Vrije Universiteit, wat niet alleen tot

uitdrukking kwam in het toenemende aantal studenten, maar ook in de oprichting

van nieuwe faculteiten. In 1948 werd de Faculteit der Economische en Sociale We-

tenschappen opgericht en in het volgende jaar werd Zuidema ook in deze faculteit

benoemd tot buitengewoon hoogleraar.'' In het gebouw van de economische facul-

teit. Koningslaan 31-33, gaf hij in het eerste doctoraaljaar een verplicht college over

61 Zie Stellingwerff, Vollenhoven, pp 185-190 In februari 1948 hield Zuidema in Utrecht zijn inaugurele rede,

getiteld Nacht zonder dageraad, die evenals zijn rede aan de Vrije Universiteit over het existentialisme ging

62 Archief senaat, Notulen, 28 maart 1947

63 Archief college van directeuren, Not/</e«, i / m e i 1947 Archief college van curatoren, 7Vot;//eK, 29 april 1947

en 17 februari 1948.

64 In 1955 legde hij zijn bijzonder hoogleraarschap in de calvinistische wijsbegeerte in Utrecht neer Enkele

tientallen cahiers met collegeaantekeningen (in priegelschnft en schetsmatig uitgewerkt) over diverse onderwer-

pen zijn bewaard gebleven, zie archief Zuidema

65 Archief senaat, Notulen, 20 mei 1949

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 159

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's