Een handvol filosofen - pagina 402

398 V7 C Filosofen van de systematische vakken

voor systematische wijsbegeerte. In haar

eindrapport maakte de commissie ver-

der melding van De Boers bijzondere

interesse in de moderne Franse filosofie,

hermeneutiek, semiotiek, deconstructi-

visme en narrativisme. Als aanbeveling

gold tevens dat hij in 1980 gastcolleges

had gegeven aan Duquesne Universi-

ty in Pittsburgh, van 1980 tot 1989 re-

gelmatig colleges had gegeven voor een

groep kritische intellectuelen van Char-

ta -/-/ in Praag en research-fellow was ge-

weest aan de Chinese Academy of Social

Sciences in Peking.

In 1981 hadden het faculteitsbestuur

en de faculteitsraad expliciet bepaald dat

de opvolger van Van Riessen niet alleen

de leeropdracht 'algemene systemati-

sche wijsbegeerte' kreeg, maar ook de

studie en ontwikkeling van de reforma-

torische wijsbegeerte moest bevorderen.

Nadien was echter de Dooyeweerd-

leerstoel ingesteld, die door Geertsema

werd bezet. O m d a t de faculteit vond dat

op deze manier het onderwijs en onder-

zoek in de reformatorische wijsbegeerte

Th. de Boer was veiliggesteld, werd de leeropdracht

systematische wijsbegeerte losgekop-

peld van de reformatorische wijsbegeerte. Zodoende was er geen belemmering voor

de benoeming van De Boer.

In de faculteit en bij het college van bestuur stonden alle seinen op groen en met

ingang van i januari 1992 werd De Boer benoemd tot hoogleraar systematische

wijsbegeerte. Hij maakte er geen geheim van dat hij het een bevrijding vond om aan

de Vrije Universiteit te kunnen werken, maar hij gaf daar geen ruchtbaarheid aan.

Hij zocht geen publiciteit en hield dan o o k geen inaugurele rede.

De Boer was een student van VoUenhoven geweest en in bepaalde opzichten door

hem beïnvloed, maar hij had zich in het begin van de jaren zestig afgewend van de

calvinistische wijsbegeerte.'' Toch had deze wijsbegeerte hem na zijn vertrek naar de

Universiteit van Amsterdam nooit helemaal losgelaten. Na vele jaren van reflectie

publiceerde hij in 1984 een kritisch-evaluerend artikel over deze wijsbegeerte, met

name over enkele onderdelen van Dooyeweerds filosofie.'^ Impliciet sloot hij zich

71 Over zijn relatie tot bepaalde ideeën van VoUenhoven, zie De Boer, 'Wat nuttigheid brengt mi| de filoso-

fie?', in Van Woudenberg, Het nut van filosofie, pp. 188-194

72 Het bedoelde artikel 'De filosofie van Dooyeweerd' verscheen in het Algemeen Nederlands Tijdschrift voor

Wijsbegeerte, 76 (1984), pp. 247-262 en werd later in bewerkte vorm onder de titel 'Transcendentie en transcen-

dentale kritiek' opgenomen m De Boer, Langs de gewesten van het zijn (1996), pp. 236-257.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen