GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 88

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 88

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

84 II Nieuwefilosofischeuitdagingen (i9i8-i<)4o)

3 FJ.J. Buytendijk: filosoof met deemoed

Pos' collega en vriend Buytendijk, sinds 1919 hoogleraar in de medische faculteit

in oprichting, zou de uitspraak van de synode van Assen bespottelijk noemen. Hij

verweet de synodeleden enerzijds gebrek aan filosofische scholing en anderzijds in-

tellectualistische hoogmoed in het verstandelijk vv^illen begrijpen van het Genesis-

verhaal."'^

Buytendijk was enkele jaren lid geweest van de redactie van De Reformatie, 'week-

blad tot ontwikkeling van het gereformeerde leven', zoals de ondertitel luidde. Hij

wilde aan die ontwikkeling zijn bijdrage leveren. De benepenheid van de gerefor-

meerde wereld stond hem tegen; een ruimere levensstijl was nodig. Buytendijk had

een goed gevoel voor de geestelijke nood waarin velen, ook velen van zijn gerefor-

meerde geloofsgenoten, verkeerden in de tijd na de eerste wereldoorlog. Hij begreep

dat het christendom onverstaanbaar was geworden en dat een constructieve relatie

met de moderne wereld door nieuwe psychologische inzichten kon worden geboden.

Buytendijk had in 1921 enkele artikelen in De Reformatie gepubliceerd, waarin

hij de contouren van een moderne christelijke levenshouding had geschetst. Mede

dankzij fenomenologische inzichten van Max Scheler had hij geschreven over dee-

moed als 'de deugd van de geboren heeren, welke men onder de armste menschen

vinden kan, en bestaat in een niet naderen laten van aardsche waarden, eer en roem,

tot het middelpunt van de ziel; in een voortdurend buigen voor God temidden van

een heerschen over de wereld'.'*^ Tegenover deemoed als een vorm van liefde die het

hart opent voor God, de medemens en de wereld stond hoogmoed als 'een voortdu-

rend armer worden aan liefde, zoodat alle levensbanden met God, de wereld en de

menschen worden doorgesneden'. Hoogmoed hecht geen waarde aan het oordeel

van anderen en leidt tot isolement. Deemoed en hoogmoed onderkende hij ook in

de wetenschap. Een hoogmoedige wetenschapper wilde zijn object van onderzoek

in bezit nemen, hij wilde het grijpen en zodoende begrijpen. Tegenover de hoog-

moedige stond de deemoedige wetenschapper die het onderwerp van studie tot zijn

recht wilden laten komen, er inzicht in probeerde te krijgen en derhalve zocht naar

de juiste verhouding tot zijn object.'*'*

Voor deze levenshouding van deemoed was ressentiment een voortdurend gevaar,

'te meer omdat het een schijn van deugd vertoont: De persoon, die geen positieve

liefde in zijn innerlijkst wezen heeft, maar slechts haat en afgunst tegen andersden-

kenden, tegen anders-zijnden, tegen anders-voelenden, kan schijnbaar een liefde

voor beginselen bezitten. Dat dit geen echte liefde, maar ressentiment is, is meestal

de persoon zelf zich evenmin bewust, als het feit, dat zijn "feitelijke kracht" slechts

innerlijke zwakheid beteekent'.'*'

In een serie artikelen over de natuurwetenschap had Buytendijk geschreven dat zij

Derkx, H] Pos, p 70 Pos trad aan de Vnje Universiteit op als promotor van H A Mulder, Phaenomenologisch-

philologische studiƫn over Orosius' Histonae adversum paganos (1926), D Fokkinga, De praedicatieve plaatsing

van het adjectief bij Luaanus (1928), G J de Vries, Bijdrage tot de psychologie van Tertullianus (1929) en R van

Deemter, Der Hirt des Hermas Apokalypse ode? Allegorie^ (^9^9)

42 Buytendijk, 'De leiding in de Geieformeerde Kerken', in De Telegraaf, 20 maart 1926; ontleend aan Struy-

ker Boudiei, Het ontstaan van de fenomenologische antropologie, p 33

43 Buytendijk, 'De deemoed'

44 Zie Buytendijk, Bijdrage tot een onderzoek naar het wezensverschil van mensch en dier, pp 28-33

45 Buytendijk, 'Over het ressentiment'.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 88

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's