Een handvol filosofen - pagina 69
Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012
13 H. Bavinck: theoloog en filosoof met allure 6j
Bavincks wetenschappelijke presta-
ties werden in 1906 gehonoreerd met
het lidmaatschap van de Koninklij-
ke Nederlandse Akademie van W e -
tenschappen. Met Woltjer en Bavinck
had de Vrije Universiteit destijds twee
hoogleraren die lid van de Akademie
waren. Bavinck ging echter niet op in
zijn wetenschappelijk werk. Daar was
zijn belangstelling te breed voor. Van
1905 tot 1907 was hij tijdelijk voorzit-
ter van de Antirevolutionaire Partij en
in 1911 werd hij gekozen tot lid van de
Eerste Kamer, wat hij tot zijn d o o d in
1921 zou blijven.
Uitgenodigd om de Stone Lectures
te geven aan Princeton Theological
Seminary vertrok Bavinck met zijn H. Bavink (schilderij door L.J. Goudman).
echtgenote in 1908 naar de Verenig-
de Staten.""' Zij reisden via New York, waar hij met uitgever Longmans de Engelse
uitgave van zijn te houden colleges besprak, de Niagarawaterval en Detroit naar
Grand Rapids en Holland in Michigan, centra van Nederlandse immigranten. Na een
kort bezoek aan Washington voor een audiƫntie bij president Theodore Roosevelt
kwamen zij in Princeton aan. De gastvrijheid waarmee men hen ontving was hartelijk,
maar ging ook gepaard met veel uiterlijk vertoon. Evenals tijdens zijn eerdere bezoek
aan de Verenigde Staten in 1892 bespeurde hij zestien jaar later dat het religieuze leven
'zonder twijfel lijdt... aan groote oppervlakkigheid'."'' Ook in academische kringen
ontdekte hij dat weinig moeite werd gedaan om wetenschappelijke lezingen te volgen.
Om de verstaanbaarheid van zijn colleges voor het Amerikaanse gehoor te bevorde-
ren, sprak hij slechts een klein gedeelte van zijn tekst uit. In deze colleges gaf hij een
nadere uitwerking van zijn filosofische inzichten uit Christelijke wetenschap en
Christelijke wereldbeschouwing."''"
Zo kwam hij bijvoorbeeld terug op de waarheid als enige maatstaf in de wetenschap
- waarheid die niet begrepen kon worden als een afbeelding van de werkelijkheid,
maar die men ook niet buiten de werkelijkheid om kon vinden. Wetenschap ging uit
van de empirische werkelijkheid en wilde deze nader onderzoeken. Steeds dieper wilde
de wetenschap in empirische verschijnselen als openbaringen van de Logos doordrin-
gen om het vinden van waarheid te bevorderen. Op grond van zijn christelijke wereld-
beschouwing wilde hij een bijdrage leveren aan de vooruitgang en het waarheidsideaal
van de wetenschap. Hij onderschreef de gedachte dat 'de waarheid niet is, maar wordt'
en dat die wordende waarheid alleen langs de weg van fundamenteel wetenschappelijk
onderzoek kon worden ontdekt. Ook al ging Bavinck uit van bepaalde religieuze
premissen, in wetenschappelijk onderzoek zocht hij een open communicatie met
168 Het was zijn tweede reis naar de Verenigde Staten. De eerste reis had plaatsgevonden in 1892. Zie Bavinck,
Mijne reize naar Amerika.
169 Bavinck, Mijne reixe naar Amerika^ p . 55.
170 Zie Hepp, Herman Bavinck, pp. 301-304.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's