GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 418

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 418

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

414 VI D Filosofen van de historische vakken

nader onderzoek begon naar een van de dragende aspecten van de transcendentali-

enleer en in zoverre het onderzoek van zijn leermeester Aertsen voortzette. Deze

vraag naar het 'eerst gekende', dat wil zeggen de middeleeuwse aanduiding van een

systematisch begin van alle kennis, zou hem blijven boeien.

W o u t e r Goris, o p 9 april 1968 in Geldrop geboren, deed eindexamen v w o in

W o e r d e n en schreef zich in 1986 in voor een studie economie aan de Vrije Univer-

siteit. Gestimuleerd door de wijsgerige vorming, in het bijzonder Goudzwaards

Kapitalisme en vooruitgang, waaraan hij vijfentwintig jaar later met eerbied zou

terugdenken, en zijn eigen studie van Foucault en de Frankfurter Schule (vooral

A d o r n o ) , zwaaide hij in 1990 om naar filosofie. Twee jaar later haalde hij zijn doc-

toraalexamen met middeleeuwse filosofie als hoofdvak en formele logica als keuze-

vak. Vanuit Foucault en de Frankfurter Schule in de filosofie binnengekomen, had

hij al snel ontdekt dat een goed begrip van de hedendaagse filosofie een gedegen

kennis van de klassieke traditie vergde. En hij ontdekte in Aertsen de hoogleraar-

begeleider die hij nodig had - iemand die op grond van zijn grote kwaliteiten ande-

ren ruimte k o n geven.

In het jaar van zijn doctoraalexamen kreeg Goris een aanstelling als assistent in oplei-

ding om onder supervisie van Aertsen een proefschrift over Meister Eckhart voor te

bereiden. Achteraf bekeken vond Goris dat hij zijn filosofiestudie wel heel vlot had

voltooid. Tijd voor reflectie en verbreding van oriëntatie waren noodzakelijk, zeker

aan het begin van zijn promotieonderzoek. Mede op aanraden van Aertsen ging hij in

1992 voor een vervolgstudie van een jaar naar het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte

van de Katholieke Universiteit in Leuven. Hier studeerde hij bij prof.dr. C. Steel, een

kenner van de klassieke metafysica en een vriend van Aertsen. Een jaar later, 1993-

1994, ging hij naar Parijs, waar hij aan de École Pratique des Hautes Émdes studeerde

bij prof.dr. A. De Libera, een deskundige op het terrein van zijn promotieonderzoek.

H o e w e l Goris een benoeming als onderzoeker had aan de Faculteit der Wijsbe-

geerte van de Vrije Universiteit, zag men hem hier zelden. En dat zou voorlopig zo

blijven. Zijn p r o m o t o r Aertsen, in 1994 benoemd tot hoogleraar-directeur van het

Thomas-Institut in Keulen, bewerkstelligde dat Goris van 1994 tot 1997 als gast-

onderzoeker aan het Thomas-Institut zijn promotieonderzoek k o n voltooien. En

in 1997 was het zover: Goris promoveerde aan de Vrije Universiteit o p het proef-

schrift Einheit als Prinzip und Ziel. Versuch über die Einheitsmetaphysik des 'Opus

tripartitum' Meister Eckharts. D e p r o m o t i e geschiedde cum laude, met Aertsen als

promotor.

In het jaar van zijn promotie kreeg Goris een benoeming als Wissenschaftlicher

Mitarbeiter aan het Thomas-Institut en in 1998 een vaste aanstelling als Akademi-

scher Rat (in Nederland vergelijkbaar met universitair hoofddocent). H e t was een

periode die vruchtbaar was voor het vervolg van zijn onderzoek. D o o r intensieve

studie van het Duitse idealisme enerzijds en Husserl anderzijds werd het wijsgerig

perspectief meer en meer verbreed tot dat van de klassieke metafysica. Zijn onder-

zoek richtte zich intussen op het probleem van het zogenoemde 'eerst gekende' in

de middeleeuwse filosofie, waarover zijn inaugurele rede zou gaan. In een serie van

boeken en tekstuitgaven ontgon Goris de middeleeuwse discussie over het eerste

object van de kennis en legde hij de doorwerking ervan bloot, via Descartes, Spino-

za, Schelling, Kierkegaard, Husserl en Heidegger, tot in de twintigste-eeuwse dis-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 418

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's