Een handvol filosofen - pagina 92
Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012
88 II Nieuwe filosofische uitdagingen (i^iS-1<)4o)
bioloog en filosoof Helmuth Pless-
ner kwam in 1924 op uitnodiging van
Buytendijk naar Amsterdam. Een jaar
eerder hadden zij elkaar in Keulen
ontmoet bij Scheler thuis. Buytendijk
wilde graag gedurende enkele maan-
den met Plessner samenwerken in zijn
laboratorium. Plessner, destijds on-
bezoldigd docent aan de universiteit
in Keulen, had echter geen geld om in
Amsterdam in zijn onderhoud te voor-
zien. Buytendijk verzon een list. Op
de begroting van zijn laboratorium
stond een post voor de aanschaf van
een chimpansee - belangrijk voor het
onderzoek waarmee hij bezig was. Hij
overwoog dat geld anders te besteden
en te gebruiken voor een tijdelijke aan-
stelling van Plessner die ook belangrijk
was voor de voortgang van zijn onder-
zoek. De beslissing was snel genomen.
Plessner kwam in plaats van een chim-
pansee en werd voor twee maanden als
F.J.J. Buytendijk assistent aangesteld. Niet zonder ge-
voel voor humor zou Plessner later op-
merken: 'Ik stond voor aap'."
De besturende colleges van de Vrije Universiteit waren op de hoogte van Buyten-
dijks wetenschappelijke prestaties en van de internationale reputatie die zijn labo-
ratorium genoot. Voor hem en de universiteit was het eervol dat buitenlandse ge-
leerden in zijn onderzoek geïnteresseerd waren en in zijn laboratorium gastcolleges
gaven. Anderzijds misten de curatoren een duidelijke uiteenzetting van de relatie
tussen zijn wetenschappelijk onderzoek en de gereformeerde beginselen, en volg-
den zij zijn werk met enige argwaan. Van zijn kant vond Buytendijk dat de univer-
siteit tekortschoot. Later, bij zijn afscheid van de universiteit, zou hij de directeu-
ren erop wijzen dat hij te beperkte mogelijkheden voor zijn onderzoek had gehad.
Ook in zijn natuurfilosofisch werk had hij bijzondere moeilijkheden ondervonden,
'welke ik misschien het eenvoudigste kan samenvatten door ze terug te brengen tot
een wetenschappelijken oorzaak, nml. een onmiskenbaren en ernstigen achterstand
in de ontwikkeling van een gereformeerd systeem van wijsbegeerte en kenleer'.'*
59 Over die chimpansee zei Plessner letterlijk: 'fur den sprang ich ein'. Zie Dietze, Nachgeholtes Lehen, p. 50.
O o k Struyker Boudier, Filosofische wegwijzer, pp. 24, 26, 29.
éo Archief college van directeuren, brief van Buytendijk, 5 december 1924. De opmerking van Van Lieburg
('Reformatorische traditie', p. yo), dat Buytendijks benoeming aan de Vrije Universiteit 'één grote teleurstelling'
werd en dat zijn dierpsychologische studies en zijn fysiologisch onderzoek niets opleverden 'wat herkenbaar
was als "gereformeerde wetenschap"', heeft enige nuancering nodig. In de eerste plaats bestond aan de Vrije
Universiteit onduidelijkheid over wat verstaan moest worden onder 'gereformeerde wetenschap'. In de tweede
plaats werd deze onduidelijkheid vergroot door wat Buytendijk noemde de 'achterstand in de ontwikkeling
van een gereformeerd systeem van wijsbegeerte en kenleer'. In de derde plaats was deze achterstand een gevolg
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's
![Een handvol filosofen - pagina 92](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/publicaties-vu-geschiedenis/een-handvol-filosofen/2013/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's