GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 78

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 78

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

74 II Ni euwe filosofische uitdagingen (i<)i8­ip4o)

jaar na het overiijden van prof.dr. J. Woltjer de vacature vervulde. Als leeropdracht

kreeg hij algemene taalwetenschap, encyclopedie der filologie en de postklassieke

Latijnse en Griekse taal­ en letterkunde. Zijn hart lag bij de algemene taalweten­

schap die hij beschouwde als een onderdeel van de systematische filosofie en dus als

taalfilosofie. Hoewel filosofie geen deel uitmaakte van zijn leeropdracht, waren zijn

colleges algemene taalwetenschap hoofdzakelijk filosofisch. Hij vatte zijn taak ruim

op en behandelde bijvoorbeeld Schleiermachers hermeneutiek en Simmels geschie­

denisfilosofie.•

In het jaar na zijn benoeming hield hij zijn inaugurele rede Algemene taalweten­

schap en subjectiviteit ­ een rede die hem binnen de Vrije Universiteit veel kritiek

opleverde. Aan het eind van zijn rede had hij zijn ouders bedankt voor 'een opvoe­

ding, die op vrijheid gegrond is en vóór alles de eigen wet der ontplooiing van het

persoonlijk leven eerbiedigt'.' Geen woord van dank jegens zijn voorganger]. Wol­

tjer en zijn promotor R.H. Woltjer (een zoon van J. Woltjer). Weliswaar had hij de

hoop uitgesproken te gaan werken aan een universiteit 'die waarlijk vrij is, en voor

het scheppende in den arbeid des geestes plaats laat'.* Maar de relatie tussen zijn

leeropdracht en de gereformeerde beginselen had hij niet ter sprake gebracht. De

curatoren waren ontstemd en besloten te zijner tijd met Pos hierover te spreken.^

De hoogleraren Bouman en Buytendijk van de medische faculteit hadden er geen

geheim van gemaakt dat zij de rede van Pos prachtig vonden, maar zijn orthodox­

gereformeerde jaargenoot R.J. Dam, docent klassieke talen aan het Gereformeerd

Gymnasium in Kampen, dacht daar heel anders over. Hij had Pos schriftelijk met

zijn benoeming gefeliciteerd en vervolgens geschreven dat hij de benoeming niet had

behoren te aanvaarden, omdat van hem niet verwacht kon worden dat hij calvinis­

tisch onderwijs zou geven.* Ook voor een student van Pos, G.J. de Vries, werd het

spoedig duidelijk dat Pos niet aan de Vrije Universiteit paste. De Vries werd geboeid

door zijn colleges, maar vroeg zich af 'hoe hebben ze hem kunnen benoemen?''

Al bleef de rede van Pos de curatoren bezighouden, zij maakten geen haast om

er met hem over te spreken. Op 28 november 1925, anderhalf jaar na het uitspre­

ken van de rede, was het zover. In een vertrouwelijk en vriendelijk gesprek zeiden

de curatoren van hem te verwachten dat hij in zijn onderwijs aandacht zou beste­

den aan het verband tussen de taalwetenschap en de gereformeerde beginselen. Pos

antwoordde dat hij die wens van de curatoren begreep en ermee instemde.'" Had hij

echt begrepen dat de curatoren van hem verwachtten dat hij dat verband moest dui­

delijk maken? De curatoren hadden sinds de kwestie­De Savornin L ohman kenne­

lijk nog niets geleerd omtrent de moeilijkheden om de gereformeerde beginselen op

diverse terreinen van wetenschap te verduidelijken.

Als zoon van een makelaar werd Hendrik Josephus Pos op 11 juli 1898 in Am­

sterdam geboren." Hij groeide op in de Jan Willem Brouwersstraat 38, bij het Co­

4 "Zi e Series Lecti onuv2, 1925­1926.

5 Pos, Algemeene taalwetenschap, p. 38.

6 Pos, Algemeene taalwetenschap, p. 36.

7 Archief college van curatoren, Notulen, 10 juni 1924.

8 Zie brief van Pos aan B.A. Proosdij, 23 juni 1954, in Noordegraaf, Theori e en begi nsel, p. 39. O o k Klamer,

Leven en werk van dr. R.J. Dam, p. 11.

9 Zie verslag van gesprek van P. Derkx met De Vries over Pos, 4 maart 1989, in archief G.J. de Vries.

10 Archief college van curatoren, TVotw/e;?, 28 november 1925.

11 Biografische gegevens van zijn jeugd zijn ontleend aan Derkx, H.J. Pos, pp. 21­39.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 78

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's