Revue 1994 - pagina 80
Scholing kan achterstand allochtonen verkleinen
Psycholoog Bleichrodt over het succes van de PION-projecten door Dirk de Hoog In 1985 gingen de zogenaamde PION-projecten van start om hoog opgeleide werklozen om te scholen voor banen in de informatica. Al snel bleek dat qua opleidingsniveau geschikte werkloze allochtonen niet door de toelatingstests kwamen. Daarom riepen het arbeidsbureau en de Stichting PION die de cursussen organiseerde de hulp in van de vakgroep Arbeids- en Organisatiespychologie van de VU, waar prof.dr N. Bleichrodt werkt. De vakgroep Arbeids- en Organisatiepsychologie had in de loop der jaren veel ervaring opgebouwd met onderzoek naar toepasbaarheid van allerlei psychologische tests in ontwikkelingslanden en met cross-cultureel psychologisch onderzoek. De onderzoekers wilden proberen om meer allochtonen het PION-project binnen te halen, op voorwaarde dat de psychologen verantwoordelijk waren voor de allereerste stap van de cursus (de werving van de kandidaten) tot en met de laatste (het vinden van een baan voor de geslaagde cursisten).
10
vrije
Bleichrodt. "Alle onderdelen van het traject, werving, selectie, training, vakopleiding, plaatsing en begeleiding, zijn afgestemd op de specifieke doelgroep." Inmiddels staat de naam PION niet meer voor informatica omscholing, maar voor 'Promotie van Integratie door Omscholing in Nederland'. De stichting, die ook het initiatief nam de bijzonder hoogleraar aan te stellen, schoolt al enige tijd niet alleen hoog opgeleide allochtonen om, maar juist ook minder hoog opgeleiden. Daarvoor zijn omscholingstrajecten opgezet voor onder andere werk in de gezondheidszorg, beveiliging, politie, banken, detailhandel en verzekeringen. Volgens Bleichrodt is het opleidingsniveau niet de enige oorzaak van de werkloosheid onder allochtonen. "Natuurlijk vindt er ook al dan niet bewust discriminatie plaats op de arbeidsmarkt. Uit een recent onderzoek blijkt dat eenderde van de ondervraagde personeelschefs liever geen allochtonen aanneemt. In een ander onderzoek zegt bijna veertig procent van de benaderde bedrijven bij volledig gelijke geschiktheid van een allochtone en een autochtone kandidaat de voorkeur te geven aan de autochtone Nederlander. Bovendien blijken personeelsfunctionarissen in de praktijk andere criteria te gebruiken dan ze tegenover onderzoekers zeggen. In theorie vinden ze etnische afkomst een onbelangrijk selectiecriterium, maar feitelijk blijkt het wel degelijk een rol te spelen."
Trots Begin dit jaar konden de onderzoekers trots melden dat negentig procent van de allochtone ex-PION-cursisten na vier jaar nog steeds een (vaste) baan heeft. Hun autochtone collega's halen hetzelfde percentage. Bovendien werken beide groepen op een vergelijkbaar niveau. "Het succes van deze PION-projecten is het resultaat van de integrale aanpak en het evaluatie-onderzoek dat vanuit de vakgroep steeds plaatsvindt, waardoor de cursussen bijgesteld kunnen worden", zegt
Zorgen Bleichrodt maakt zich zorgen over de positie van allochtonen in de Nederlandse samenleving. "De afgelopen jaren is er sprake van een toenemende onverdraagzaamheid jegens onze medemens", zei hij bij de aanvaarding van de bijzondere leerstoel Arbeids- en personeelspsychologie in het bijzonder gericht op allochtoon-etnische groepen. Maar hij wil ook een positief geluid laten horen. Aan de hoge werkloosheid onder
Universiteit
Revue
amsterdam
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994
Revue | 120 Pagina's
![Revue 1994 - pagina 80](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/revue/revue-1994/1994/01/01/1-thumbnail.jpg)