GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Revue 2001 - pagina 54

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Revue 2001 - pagina 54

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Faculteit der Sociaal-Culturele

Wetenschappen Promotie op het vraagstuk van regionaal bestuur

European Master in Gerontology In september 2000 is het programma European Master in Gerontology afgerond en aangeboden aan de Europese Commissie in Luxemburg. Het EMC-programma is een echt Europees programma, waarvoor studenten uit heel Europa zich kunnen inschrijven. Het programma reist als het ware door Europa. Studenten volgen afwisselend deelcursussen in Amsterdam, Berlijn, Parijs en Londen. Het EMC-programma heeft de gerontologie als kernobject, en is multidisciplinair van karakter. Dat betekent dat naast sociale aspecten ook psychologische, gezondheidszorg- en biologische aspecten aan bod komen. Het eerste studiejaar wordt afgesloten met een Summerschool, waarna de studenten in het tweede jaar het keuzeprogramma doorlopen en de eindscriptie schrijven. Het EMC programma wordt verzorgd door een samenwerkingsverband van Europese topuniversiteiten op het terrein van de gerontologie. De Vrije Universiteit Amsterdam is penvoerder van deze opleiding. Het is de bedoeling om de opleiding op 1 september 2002 van start te laten gaan. Meer informatie over het programma kunt u vinden op de website van het EMC-programma: www.scw.vu.nl/master/index.html

52

Op 1 9 oktober vorig jaar promoveerde Rudie Hulst, universitair docent bestuurskunde bij de afdeling Politicologie & Bestuurskunde, op onderzoek naar het vraagstuk van regionaal bestuur. Algemeen wordt onderkend dat in veel gebieden in ons land behoefte bestaat aan beleid op een territoriale schaal tussen de provincie en de gemeenten, waarin afstemming plaatsvindt tussen het beleid van de afzonderlijke gemeenten en waarin de noodzakelijke keuzen worden gemaakt met betrekking tot de verdeling van schaarse goederen en ongewenste lasten. Ons bestuurlijk stelsel kent echter geen zelfstandig bestuur op de schaal van de regio. In de loop der tijd zijn vele voorstellen ontwikkeld om in deze leemte te voorzien, maar geen van die voorstellen is ooit gerealiseerd. In de praktijk wordt de oplossing vooral gezocht in intergemeentelijke samenwerking, maar tegelijkertijd wordt erkend dat deze oplossing niet voldoet, zeker niet voor de grootstedelijke agglomeraties. In het proefschrift is de vraag aan de orde wat een adequate bestuursvorm is voor regionaal beleid. Die vraag wordt beantwoord op basis van onderzoek naar verschillende bestuursmodellen voor regionale beleidsvoering zoals die over een periode van vijftien jaar zijn beproefd op het

vrije Universiteit

amsterdam

terrein van de volkshuisvesting. Twee van de vier bestudeerde bestuursmodellen, namelijk het model van vrijwillige samenwerking tussen gemeenten en het model van verplichte samenwerking tussen gemeenten, blijken geen structurele oplossing te bieden voor het regionale vraagstuk. De verklaring daarvoor ligt voor een deel in de aanwezigheid van structurele belangentegenstellingen tussen gemeenten, die slagvaardige besluitvorming in de weg staan. Ook de interbestuurlijke cultuur blijkt echter van invloed op de intensiteit en het slagen van intergemeentelijke samenwerking. In veel regio's bestaat, los van concrete belangen, een grote mate van scepsis ten opzichte van intergemeentelijke samenwerkingsorganen. Uit het onderzoek blijkt verder dat een derde model, waarin een kleinschalige en krachtige regionale provincie als beleidsvoerder optreedt, wel effectief is. Toch pleit Hulst niet voor generieke toepassing van dit model. De instelling van kleinschalige provincies die met veel bevoegdheden worden bekleed, betekent een belangrijke inbreuk op de autonomie van gemeenten. Slechts bij hoge uitzondering is dat gerechtvaardigd. Hulst verwacht meer heil van een vierde model. Dit model werd in het kader van het onderzoek ontwikkeld en beproefd in de provincie Zuid-Holland. Hierin treedt de provincie op als regisseur van intergemeentelijke samenwerking. Zij

Revue

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2001

Revue | 128 Pagina's

Revue 2001 - pagina 54

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2001

Revue | 128 Pagina's