GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Revue 2001 - pagina 11

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Revue 2001 - pagina 11

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De wenselijkheid van het hebben van academische kennis begint al bij de keuze van wat we gaan tentoonstellen. Je moet als museum steeds zoeken naar nieuwe onderwerpen. Je hebt dus kennis nodig van wat al geweest is. Dan moetje een benadering van een bepaald thema kiezen, en je moet weten waar de voorwerpen die je wilt tentoonstellen zich bevinden, je moet literatuur verzamelen. Daar hebben de kunsthistorici hun netwerk voor, hun ingangen, elk op het vakgebied waarin ze zijn gespecialiseerd. Verder moet er een tentoonstellingscatalogus wor den gemaakt, waarin de wetenschappelijke kennis op een toegankelijke manier wordt gepresenteerd. Er mag geen vakjargon in staan. Tenslotte wordt de tentoonstelling vaak ook nog voorzien van een educatieve dimensie". "Een Engelse collega heeft eens gezegd: 'een tentoonstelling maken is de kunst van het haalbare'. In een boek kun je alle plaatjes afbeelden die je wilt, maar in een tentoonstelling moetje zien dat je de werken zelf ter beschikking krijgt. Als je een tentoonstelling van Jan Steen doet, moetje naar heel veel andere musea om werken te lenen. Je probeert een beeld te geven van de essentie van een oeuvre. Je wilt bijvoorbeeld laten zien dat Steen behalve binnenhuistaferelen ook mooie portretten heeft gemaakt en hele interessante historische scènes. Als je dat hele scala wilt laten zien, vergt dat de kennis dat hij dat gedaan heeft, en hoe dat zich verhoudt tot de manier waarop andere kunstenaars met die thema's bezig waren. Was hij daarin uitzonderlijk, of middelmatig, of vernieuwend? Daarover moet je een oordeel kunnen geven". ever conservator ijk absoluut met jaloezie en nostalgie

naar de conservatoren met wie ik werk. Een conservator kan creatief zijn, hij staat dicht bij 'de spullen'. Ik denk dat het mooiste vak dat van conservator is. Helaas is het zo dat sommige van de conservatoren omhoog vallen en directeur worden, zoals mij al heel vroeg in mijn leven is overkomen, op mijn vijfendertigste. Maar ik moet zeggen dat er geen strikte scheidingen zijn tussen waar een conservator en een directeur zich mee bezig houden. En ik mag daarnaast ook een hoop aantrekkelijke dingen doen. Ja, als je een grote instelling leidt is daar ook een hoop zorg, dat hoort erbij, maar over het algemeen zijn die dingen in evenwicht. Ik moet toch zeggen dat ik een van de leukste banen ter wereld heb."

"Daar heb ik het veel te druk voor. Ik koester wel de ambitie om als sparringpartner op te treden. We hebben hier eens in de zoveel tijd een zogenaamde 'kunsthistorische lunch'. Daarbij verteilen onze conservatoren aan hun collega 's waar ze mee bezig zijn. Daar wordt dan over gediscus sieerd. Als het maar even kan zit ik daar zelf ook bij".

"Ik moet een bepaald evenwicht zien te vinden, een aantal dingen tegelijk in de gaten houden. Als ik alleen ding naar de gunsten van het publiek, dan krijg ik de achting van de specialisten niet. Dan willen mijn buitenlandse relaties geen kunstwerken meer in bruikleen geven omdat die alleen maar als 'moneymaker' zouden fungeren en niet als een interessante bijdrage aan de inhoud van een expositie. Anderzijds moet ik mij ook openstellen voor het grote publiek. Als ik dat niet zou doen, zou de overheid mij terecht op de vingers tikken en mij erop wijzen dat Nederland niet alleen maar uit hoger opgeleiden bestaat En aangezien de overheid mijn allergrootste sponsor is, heeft zij het volste recht om bepaalde wensen bij mij neer te leggen. Dus moet ik steeds weer nieuw publiek zien aan te spreken. Zo hebben we dit jaar besloten om kinde ren onder de zeventien gratis toegang te geven tot het museum. Ik herinner me maar al te goed hoe ik zelf op school met kunst in aanraking kwam en hoe dat mijn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2001

Revue | 128 Pagina's

Revue 2001 - pagina 11

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2001

Revue | 128 Pagina's