GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1899 - pagina 145

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1899 - pagina 145

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

143

nastaart, die ter deure wordt uitgedragen, weemoedig en

hulpeloos. Den gang door, den trap op ging hij, naar boven,

naar zijn kamer, die hij vroeger zocht en nu meest ont-

vluchtte. Kasten hoorde ze openen en sluiten; hij rammelde

met de sleutels; alles deed hij even ruw en hartstochtelijk.

En toen kwam hij de kamer weer af, zij hoorde zijn zwaren

stap op de trap, trede voor trede, driftig, boos; ze hoorde

hem nog in den voorgang. Met geweld trok hij de straatdeur

dicht; 't dreunde door 't heele huis heen en ook in haar

hart dreunde de schok en 't deed er haar lang daarna nog

pijn, in dat gewonde, doodmoede hart, dat hem » Ö ^ lief had,

en de liefde is teeder en kwetsbaar.

Zij wachtte dien nacht, dien angstig doorwaakten nacht,

tevergeefs op zijn thuiskomst, en ook de dagen en nachten

daarna. En met kloppend hart ging ze eindelijk zijn kamer

binnen, en ze zocht of hij geen woordeken, hoe koud en

hoe kort ook, of hij geen spranksken hoop had achtergelaten.

Maar ze vond er niets dan waardelooze dingen, en haar

eigen verbleekte portret, dat zij in de dagen harer verloving

hem gaf en waarop hij, wie weet hoe lang vaak, met zijn

glansende oogen gestaard had, die oogen, waarin zij een-

maal een wereld van liefde ontdekte. Maar nu zei het haar,

dat die wereld was ondergegaan, en dat de heugc?tis zelfs

aan 't verloren Paradijs hem niet meer kon bekoren.

En ze weende lang en bitter.

En ze zag weer terug, tafereel op tafereel, van haar

lijdensweg. Ontrouw was haar aangedaan, onrecht had ze

geleden. En ze vergrimde tegen hem, die zoo wreed zijn

woord, zijn teeder woord van trouw tot den dood, brak.

De toornegloed harer wangen verried, dat er een vuur was

ontstoken in haar boezem; en de haat, die 't zag, wijl hij

altijd loert op een prooi, blies er in en 't vlamde op voor

een wijle, hoog, zeer hoog en wijduit, verschroeiend de liefde,

die angstig een schuilhoekje zocht, diep in haar harte. . . .

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Studentenalmanak | 240 Pagina's

Studentenalmanak 1899 - pagina 145

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Studentenalmanak | 240 Pagina's