Studentenalmanak 1899 - pagina 151
149
kamer, tot diep in den nacht, tot 't aanbreken van den
morgen . . . .
Toen werd er gebeld, zachtjes, beschroomd.
„Dood!" deed een bang gevoel zijn profetie door haar
ziel weergalmen in somberen wanhoopstoon.
„Leven!" bracht haar de gevreesde Jobsbode. „Hij ver-
langde zeer haar bij zich te zien."
Hoe zij bij hem gekomen was, wist zij niet; maar ze lag
in zijn armen ; de muur was omgevallen ; \veggeruimd tot
den laatsten steen toe ; en hun kloppende harten rustten in
vrede bij elkander.
De hand des Almachtige had een wonder gewrocht.
Hij, die het lied der sferen harmonieert, had de disso-
nantie van hun leven opgelost.
En 't lied zong voortaan van vrede.
Van vrede zelfs in den dood.
WILL.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Studentenalmanak | 240 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Studentenalmanak | 240 Pagina's