Studentenalmanak 1902 - pagina 104
98
ik niet meer tot God als mijn grooten, almachtigen Vriend
in den Hemel. Toen had ik aan het heden genoeg. Genoeg
aan dat boek, dat nu voortaan met mij mee ging slapen.
Waarin ik las, 's avonds, stil, even stil en geheim als ik
bad op datzelfde uur, eertijds.
Duivel, vader der leugenen, hoe nabij hebt ge mij gansch
verleid' Hoe nabij hebt ge mijn jonge leven verwoesti
Maar, o God, ik dank U l Daar zag ik, onverschillig als
ik was, schandelijk van begeerte, misdadig van gedachten,
laag van intentie, daar zag ik, op onvergetelijk uur, dat
heve, reinbezield gelaat; dat vurig, liefdevol oog op mij
rusten. ,
W a s het U w werk niet. God, die vol Genade en Liefde
zijt!
En 's avonds, als ik weer slapen ging, heb ik 't wegge
worpen, de vuiligheid, de laagheid, de schandelijkheid.
Weggesmeten, in het midden van een lang gebed, een
kindergebed van ouds. O, ik zeide het U, mijn God, dat
ik haar liefhad. Ik zeide 't U weer, dat ik groot wilde
worden. Ik bad weer om U w hulpe. Ik dankte U, dat ik
haar lief mocht hebben.
W a r m leven voelde ik stroomen door mijn ziele heen.
Ik had lief! Met mijn heele hart had ik lief
Vader der Lichten, wil mij geven, altijd door mij geven,
als het donker is, en ik eenzaam ben, dat ik dan bidden
mag als een kind voor mijn ideaal. Wil het licht toch nooit
meer weg doen, wil mijn sterre nooit weer uitdooven.
Zonder haar dwaal ik weg, dool ik voort naar de fata
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902
Studentenalmanak | 174 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902
Studentenalmanak | 174 Pagina's