GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1914 - pagina 145

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1914 - pagina 145

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

FARRAGO 135

en ze dienstbaar te maken aan het door hem vrij gestelde doel.

I Met de intellectueele gaat van stonde aan de practische verhou-

) ding gepaard. Beide verhoudingen kunnen eindeloos gevarieerd

1 worden naar gelang van het terrein, waarop de mensch zich be-

j weegt; zij wijzigen zich in godsdienst en zedelijkheid, in gezin

en maatschappij, in landbouw, nijverheid, handel, enz. Maar altijd

keeren deze twee oorspronkelijke verhoudingen van den mensch

tot zijne omgeving terug: als bewust, denkend, kennend wezen

haalt hij de wereld naar zich toe en neemt ze geestelijk in zich

op; en als strevend, handelend wezen gaat hij naar haar uit en

werkt hij op haar in.

Bij deze twee relaties komt nu echter deze derde, welke

wij de aesthetische noemen. Sommigen hebben hare eigensoor-

tigheid ontkend, en ze tot eene van de beide vorige trachten te

herleiden. Het rationalisme der achttiende eeuw zag in den schoon-

heidszin slechts eene eigenschap en werking van het lager, zinlijk

kenvermogen; en tegenover hen, die de schoonheidsgewaarwor-

ding houden voor eene gansch belangloos welbehagen, beweert

GuYAU, dat het schoone wel terdege eene zaak van begeerte en

wil is en een practisch belang vertegenwoordigt; het schoone is

naar zijne meening niet wezenlijk van het aangename en het

nuttige, en het scheppen des kunstenaars niet essentieel van

anderen practischen arbeid onderscheiden.

Er ligt hier alweder de waarheid in, dat in deze wereld

niets op zichzelf staat en alles aan alles verwant is. In den mensch

zelf zijn er geen twee of drie vermogens, die onafhankelijk van

elkander arbeiden; en de werken, die hij tot stand brengt, hebben

alle gemeen, dat ze openbaring van zijn kunnen en dus in zoo-

verre alle kunst zijn. Desniettemin bestaat er tusschen wetenschap

en kunst, aan de eene, en tusschen kunst en techniek (en allen

practischen arbeid) aan de andere zijde een onmiskenbaar onder-

scheid. Het is den man van wetenschap om iets gansch anders

te doen, dan dien, die het schoone geniet of voortbrengt; hij

bewandelt andere wegen, bedient zich van andere middelen en

streeft naar een ander doel: hij wil de wereld kennen, begrijpen,

doorzien, terwijl de aesthetische mensch haar genieten en in

haar schoonheid zich verlustigen wil. En evenzoo zijn kunsten

techniek onderscheiden. Tusschen beide bestaat een nauw ver-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914

Studentenalmanak | 236 Pagina's

Studentenalmanak 1914 - pagina 145

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914

Studentenalmanak | 236 Pagina's