Studentenalmanak 1914 - pagina 146
136 FARRAGO
band, in vroegere eeuwen zelfs veel meer dan tegenwoordig, nu
de verheffing van het handwerk een dringende eisch des tijds
kan worden genoemd. Maar daarmede wordt het verschil tusschen
beide toch niet uitgewischt. Bij de techniek en zelfs bij alle kunst-
werk ligt het doel altijd buiten het product, dat immers om eene
andere reden nuttig en bruikbaar moet zijn; maar het eigenlijke
kunstwerk draagt het doel in zichzelf, afgezien van den dienst,
welken het in het leven bewijzen kan. Zoozeer bestaat er tusschen
wetenschap en techniek eener- en kunst anderzijds verschil, dat
meermalen de bewering is uitgesproken, dat de ontzaglijke ont-
wikkeling, waarin de beide eerste zich heden ten dage verheugen
mogen, in niet geringe mate aan de laatste schadelijk is geweest.
Verband en verschil tusschen wetenschap, techniek en kunst
laat zich, eenigszins gewijzigd, ook aldus uitdrukken, dat het
ware, goede en schoone wel één, maar tevens drie zijn. De
Grieken spraken nog maar van eene tweeheid, het goede en het
schoone, en smolten deze beide dikwerf tot één begrip samen;
zij zochten wel wijsheid, maar hadden de waarheid niet. Doch
het Christendom deed den inhoud en de waarde der waarheid
verstaan en wekte er in de harten der menschen eene liefde voor,
die sterker was dan de dood. Augustinus gaf daar uiting aan,
als hij zeide: rapimur amore indagandae veritatis; en hij vond
die waarheid, de eeuwige, absolute waarheid, in God alleen, die
tevens summum bonum en summum pulchrum was. Zoo werd
God in de Christelijke theologie menigmaal als de hoogste waar-
heid, als de hoogste goedheid, en ook als de hoogste schoonheid
omschreven; wijl deze laatste benaming echter reeds bij Augus-
tinus aan neoplatonische invloeden te danken was, werd zij door
velen, inzonderheid door Protestantsche theologen, voor de meer
Schriftuurlijke namen van majesteit of heerlijkheid verwisseld.
Maar alle drie bestonden oorspronkelijk in God, vielen met zijn
wezen saam, en waren dus zakelijk één. Eerst later werden deze
drie ideeën van den theïstischen grondslag losgemaakt, tot me-
taphysische wezenheden gestempeld, of ook tot den rang van goden
verheven, wier cultus volgens Haeckel de kern van den nieuwen
monistischen godsdienst uitmaakt.
Indien nu waarheid, goedheid en schoonheid (heerlijkheid)
oorspronkelijk aan God toekomen, dan dragen zij uit den aard
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Studentenalmanak | 236 Pagina's
![Studentenalmanak 1914 - pagina 146](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1914/1914/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Studentenalmanak | 236 Pagina's