GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1925 - pagina 130

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1925 - pagina 130

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

118 KUNST EN KUNSTPROSTITUTIE

nu is nog niet ieder, die zich een moment als geïnspireerd

voelt, gerechtigd, kunst te geven,

We loopen hier vast op de z.g. subjectieve kunst. En

kunnen die, als waarde hebbend, niet anders zien dan als f'

een uitzonderingsgeval, dat den regel bevestigt. /

W e vinden dan ook, dat, waar deze tot genre, ja, tot

school verheven wordt, ze veraardt in waanzin, die dit

keer geen correlaat van genie is.

Het is de persoon van den kunstenaar, die ter eencr-

zijde moet zwijgen, doch ten anderer onontbeerlijk is.

En dan mag het middel niet niets geacht worden, al is

het zich door hem openbarende primair.

Het ligt voor de hand dat alleen de heel zuivere mensch

en dan nog in zijn reinste momenten in zelf zwijgend stil

zijn God's adem door zich heen kan voelen blazen en zoo

door klein verlies groote winst behalen (v. d, Waals).

Daarom is alleen de zich begenadigd voelende gerechtigd

kunst te geven en moeten de anderen zwijgen.

En dan nog onder vele voorwaarden. Want waar de

kunstenaar in wilsvrij kennen en beleven zijn eigen lust

opgeeft, daarna is hijzelf één geworden met dat wat hij

geeft.

En geeft dus in zeker opzicht, maar nu gereinigd en

verheven, zichzelf.

Dan heeft hij zich te hoeden voor de zwijnen, die zijn

paarlen, die hemzelf vertrappen en profaneeren.

Het kan daarom de plicht van den artist zijn te zwijgen

en het pand, hem toebetrouwd, te bewaren tot ziel en ziel

tezamen stemt.

Hier rijst natuurlijk dadelijk de vraag of dan tenslotte

een zeker soort reproductie wèl kunsi kan wezen, mag

wezen.

En dan moeten we in aanmerking nemen, dat in alle

zelfvergetenheid toch de individualiteit van den kunstenaar-

als-middel een componente is. In zooverre dan als de

reproductie een omscheppen naar eigen individualiteit,

niet volgens de tegenwoordige zoo modieuse ,,eigen opvat-

ting" is, óf een éénworden in beleven en weergeven met

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1925

Studentenalmanak | 176 Pagina's

Studentenalmanak 1925 - pagina 130

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1925

Studentenalmanak | 176 Pagina's