Studentenalmanak 1925 - pagina 99

P R O F . Dr H. H. K U Y P E R 87

critiek dan in waardeering, gaarne aangrijpen willen, om

even een gevoel van dankbaarheid te toonen, voor wat wij

en anderen in hem bezitten. Dan behoeft het waarlijk hier

niet voor de gelegenheid (nietwaar, bij loftuitingen ter ge-

legenheid van een ambtsjubileum vraagt men zich wel eens

af; vreemd toch, dat men dat nu ineens allemaal ziet!)

opgeschroefd te worden, want als men bij hem zijn waar-

deering uiten moet, dan weet men haast niet, waar te

beginnen. Bij zijn arbeid voor de universiteit, bij zijn zoo

fijne pen als journalist, bij zijn hem schijnbaar nooit ver-

drietend en door het volk altijd weer begeerde kanselwoord,

bij zijn leidende positie, als verder geen op onze kerkelijke

vergaderingen, waarbij komt, dat een uitgebreide corres-

pondentie velen helpt uit moeilijkheden, waar hun tekort

aan kerkrechtelijke kennis geen uitkomst meer gaf (ja —

die colleges over kerkrecht worden, evenals de menschen,

ook beter gewaardeerd als ze voorbij zijn, dan in den tijd,

dat men ervan genieten kan), bij zijn voor velen zoo aan-

trekkelijke persoonlijkheid in den dagelijkschen omgang, die

het verkeer in zijn huis gezocht doet zijn, waarbij deze echte

Calvinist altijd kostelijk weet te verbinden de behoeften van

den menschelijken geest en de vraag van het lichaam — de

reizen naar Bloemendaal zijn nog niet vergeten — zoo is

er veel, waarin wij onze dankbaarheid uiten kunnen — zulk

een rijk leven eischt het vinden van warmte en van waar-

deering, zoo dikwijls vergeten door menschen, die er wel

van genieten en die er wel van in hun hart omdragen grooten

dank, ook wel daaruit geputte kracht en troost, maar die

voorts zwijgen. En toch — een veel gevend leven heeft ook

steeds een sterk begeeren in zich naar ontvangen. ,

Op al zijn arbeid ingaan zou te ver gaan en de beschikbare

ruimte overschrijden. Liever zoek ik naar een algemeen

kenmerk in dit alles tot uiting komend en waarin, naar ik

meen, met name in onze dagen een groote beteekenis en

kracht ligt. Wij doen goed met naar zijn woord te luisteren.

Immers, niet te miskennen valt, dat het wat wrijft — ook

nu — een botsing, die doet denken aan de ,,preciezen en de

rekkelijken" — wil men aan den eenen kant afsluiting, altijd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen