GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1926 - pagina 147

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1926 - pagina 147

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET TRAGISCHE 135

doordringt en waarin wij Zijn wil kunnen leeren kennen,

wijl dit anders onmogelijk zou zijn.

Die aardsche, die mensohelijke sfeer kunnen wij met onzen

geest overzien. Dit is het terrein van den mensch. Hierop

handelt hij en strekt zich zijn wil en streven uit. Het

karakter met alle daarbij behoorende geestelijke factoren is

mede van grooten invloed bij het bepalen van de richting,

waarin zich 's menschen wil zal bewegen, „Ieder wordt in

zijn denken en handelen door het wezen zijner menschelijke

natuur, door zijn verleden en heden, door zijn karakter en

omgeving bepaald" ^).

En zoo ontstaat dit eigenaardig conflict, dat de mensch

zich niet kan verklaren. Dit conflict moet in ieders leven

noodzakelijk komen, maar dringt niet tot ieders bewustzijn

door. De oppervlakkig levende mensch wijzigt bij elke voor-

komende belemmering, die hij aan ,,de omstandigheden"

toeschrijft, zijn wilsrichting, of liever: hij laat zijn „wil" van

duizend factoren buiten hem afhangen en meent zoo de

hoogste ,,wei-levenskunst" te hebben bereikt. Bij de dieper

levenden komt dit wilsconflict echter tot volle bewustheid.

Zij hadden zich met al de energie van hun wil gericht op

de door hen vooruitgedachte levenslijn, bepaald door een

vermeende causaliteit en nu loopt die lijn anders, wordt

ondanks hun krachtig verzet, in andere richting gebogen. En

zij blijven zich verzetten, binden den strijd aan, maar voelen

dat zij onmachtig zijn. En juist dit gevoel van machteloos-

heid, dit meegevoerd worden naar andere richting dan zij

willen of begrijpen, is een wezenskenmerk van het mensche-

lijk tragische.

Zoolang echter beide wilsmachten, de menschelijke en de

Goddelijke, zich openbarend in de menschelijke sfeer, voor

ons bewustzijn parallel gaan, wat door de gemeene gratie

mogelijk is, zoolang zal er van geen tragisch conflict sprake

zijn. Komt echter dit conflict en is het gevolg daarvan een

zich blijven verzetten, dat dan een passief verzet is, dan

*) Bavinck; Wijsbeg. der Op., bl. 27. Ook in de chr. beschouwing van

het probleem der wilsvrijheid hoede men zich echter voor het willooze

determinisme.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Studentenalmanak | 217 Pagina's

Studentenalmanak 1926 - pagina 147

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Studentenalmanak | 217 Pagina's