Studentenalmanak 1928 - pagina 174
164 WAAROP DE ONDERSCHEIDING: M O D E R N E -
gradueele verschillen heeft gekend, zoo doet zich met klem
de vraag voor, waardoor dan nog bovendien de aparte
onderscheiding ,,modern"—,,oud", die toch ook op zulk een
gradueel verschil gebaseerd is, op zichzelf gerechtvaardigd
is. Hier is slechts één antwoord: door niets anders dan door
den ongekenden sprong dien dit gradueele verschil in de
moderne kunst plotseling maakt, Hoe groot echter deze
sprong zij, nooit mogen we er ons door laten verleiden het
onderscheid tusschen moderne en oude kunst als een prin-
cipieel verschil te zien; het is in wezen een zuiver gradatie-
verschil.
Bovendien nog is het principe, waaraan deze gradatie
ontleend is, zelf als zoodanig, waar het rust op een element,
dat zeer zeker wel in de schilderkunst vereischt is (de
natuurverschijning), maar niettemin toch slechts tot de
middelen behoort, waardoor de kunstenaar zijn schepping
tot stand brengt, niet een voor de kunst wezenlijk principe
te noemen. Dit wordt ons pas geboden in 't principe, waarop
de (boven reeds toegepaste) onderscheiding van physio-
plastiek en ideoplastiek gefundeerd is en dat z'n grond
heeft in de scheppende kunstenaarsactivHeit zelve (al naar
deze n.1, in de waarneming of in de innerlijke aanschou-
wing en verwerking haar oentrum heeft), dus in een voor
de kunst wezenlijker en dieper element dan 't welk aan het
eerstgenoemde principe ten grondslag ligt. Inderdaad schijnt
ons de onderscheiding, die met de woorden physioplastiek
en ideoplastiek wordt aangeduid, de meest wezenlijke,
diepst in den kern der kunst insnijdende, waar zij op den
oer-grond zelf van het kunstwerk, die in de activiteit des
kunstenaars gelegen is, teruggaat.
Passen we dit diepere principe nu toe op wat we tot nog
toe als eenheid van moderne kunst tegenover wat aan haar
voorafging, stelden, dan blijft er van die eenheid al heel
weinig over. Want, zooals we reeds lieten zien, valt de
moderne kunst vanuit dit gezichtspunt in twee divergente
richtingen uiteen, waarvan de eerste afsplitsing zich in
V, Gogh en Cézanne voltrok, en waarvan de lijnen zich
sindsdien scherp afteekenden. Zoo blijkt de ,,eenheid" van
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1928
Studentenalmanak | 238 Pagina's
![Studentenalmanak 1928 - pagina 174](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1928/1928/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1928
Studentenalmanak | 238 Pagina's