Studentenalmanak 1928 - pagina 168
158 WAAROP DE ONDERSCHEIDING : M O D E R N E -
binnen, naar waarneming of innerlijke aanschouwing zich
strekkend) is gebaseerd en waarin o.a. de groote perioden
der Renaissancistische en der z.g. primitieve kunst tegenover
elkaar kunnen gesteld, met goed recht geldend maken. Want
het zal duidelijk zijn, dat in 't algemeen de ideoplastiek, die
op innerlijke aanschouwing berust en zich derhalve een
eigen vorm moet scheppen om dit innerlijk uit te drukken,
zich verder van de realiteit zal losmaken dan dit bij de
physioplastiek, die vooral uit de waarneming, het louter
emotioneele zien, opkomt, in 't algemeen het geval zal
wezen ^); gelijk dan ook inderdaad de kunst der primitieven,
die voor hun sterk religieus besef een eigen stijlvorm —
welke misschien wel in zijn grondstructuur op de gerekte
Gothische lijn is terug te voeren — uit innerlijken noodzaak
zich schiepen, minder reëel zich voordoet — al ontkent zij
geenszins de verschijningsqualiteiten der werkelijkheid —
dan de meer op zinnelijke emotionaliteit rustende, reali-
teitsvolle kimst der Renaissance — al toonde Michel An-
gelo de mogelijkheid om door de bijna angstige zwaarte
zijner realiteitsbeelding heen, een groot-cosmische oerkracht
dwingend op te stuwen en al wist Rembrandt door zijn
stoere werkelijkheidsibeelding heen het diepe geheim van
een mysterieus-broeiend licht te doen ruischen.
Nog midden in impressionisme en luminisme stuwden
reeds, met de ontwikkelingssnelheid die allerwege de evo-
lutie van het moderne cultuurleven beheerschte, gansch
nieuwe krachten in het kunstleven zich op, die op reactio-
naire basis het tegendeel poneerden van wat tot nog toe in
de moderne kunst was gesteld. Het waren v. Gogh en
Cézanne, üi wie het kunstbev^Tistzijn geleidelijk de machtige
wenteling maakte van waarneming tot innerlijke aanschou-
wing. Berustte het impressionisme en luminisme op geraffi-
neerde waarnemingsanalyse, die ten slotte tot een bijna
1) Des te opmerkelijker is daarom het feit, dat in de moderne
kunst de vrijwordinig van de natuurverschijning zich aanvankelijk niet
op ideoplastische, gelijk men verwachten zou, dooh op pfaysioplastische
basis ontwikkelde.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1928
Studentenalmanak | 238 Pagina's
![Studentenalmanak 1928 - pagina 168](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1928/1928/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1928
Studentenalmanak | 238 Pagina's