Studentenalmanak 1934 - pagina 194

178 ALS HET LEVEN NOG NIET ROEPT

„Ik ga mee", riep Bertie, „d'r is toch geen limonade

meer!"

Anton zei, dat 't hem speet, „Mij niet", zei Rogier, „ik

drink vandaag geen Perl meer. Geef mij maar 'n sigaar!"

,,Wou jij dan blijven, Rogier?"

„Nee, maar ik wil onderweg wat te doen hebben."

Op 't Leidscheplein bedacht Dirk, dat hij z'n proppies

gedaan en morgen om half-tien college had, dus nam hij

'n trammetje, We bleven hem nawuiven, tot hij de brug

over was,

„Lido" baadde in licht. In 't Leidscheboschje stond, tus-

schén de kijkers. Dirk en genoot van de spiegelingen in 't

water, „'k Wou, dat ik schilder was!" zei hij. We namen

hem maar mee.

In 't Vondelpark was 't donker, Bertie wou bloemen

plukken, maar vond enkel hekjes,

Aan 't eind van 't Park lag 'n groote hoop zand. Daar

speelden we Zandvoortje, tot 't te koud werd en we naar

huis gingen. Rogier sliep zoo vast, dat we hem heelemaal

naar Amstelveen moesten dragen.

Bertie vond kroos, maar wilde toen niet meer.

Dirk declineerde ,,proppie zijn".

Ik rookte Rogier z'n sigaar.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen