Studentenalmanak 1934 - pagina 132
122 MUZIEKVERSLAG
Het is niet onbekei\d, dat men in de muziekleer niet begint
met 16-stemmige koren, maar met de pet van Jan, die nu
al eeuwen in het water ligt, en, als overgang tot den stu-
dententijd, a l t h a n s . . . . met het groene, groene, knoUe-
knoUeland.
Naar ik meen kunnen wij dan ook slechts via de poëzie
uit „Cantemus" komen tot die geestesgesteldheid onder de
corpsleden, die het slagen van een volgenden muziekavond
niet in den weg zal staan.
Dan wordt tevens de gelegenheid geboden, om bij hen, die
na jarenlang zwijgen, althans niet-zingen, hun stembanden
vaneenscheuren, talenten als van een adspirant-Caruso of
een Tauber-in spe te ontdekken.
Dan ook kan men den tweeden zin van één van Schäfer's
mooie aphorismen in positieve wijzigen: „Alleen de kracht
van den wil, blijkende in de daad, heeft verdienste. Het
bezit van onverwerkt talent heeft geen verdienste."
E. D.
i
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1934
Studentenalmanak | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1934
Studentenalmanak | 226 Pagina's