GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1937 - pagina 159

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1937 - pagina 159

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

niettegenstaande de groote verschillen, die er tengevolge

van het onderscheiden uitdrukkingsmateriaal ontegen-

zeggelijk optreden zullen. Het is de geniale schoonheids-

verbeelding, die ver uitgaat boven de uitdrukkende stof,

en die als primair gegeven van alle kunst de eenheid in

zich draagt. De opkomende verbeelding, de artistieke

gedachte, oprijzend in het zieleleven van den kunste-

naar, is op het oogenblik van haar ontstaan noch muzi-

kaal alleen, noch dichterlijk, noch plastischen vorm

bezittend alleen, maar is in wezen geheel samengesteld

en verwikkeld.

En ook de schoonheidsontroering in het hart van den

kunstgenietende, welke ontroering men als het einde van

de artistieke handeling zou kunnen beschouwen, is niet

een zuiver gedefinieerde, een geheel aan de uitdrukken-

de elementen onderworpene. Wie bij het beluisteren van

een muziekstuk alleen maar iets hoort, zich op zijn ge-

voel laat wiegen en niet een bepaalde voorstelling tracht

te verkrijgen, niet iets tracht te zien, heeft het ware in

het kunstwerk nog niet doorgrond. Wie een boek slechts

leest en niet de melodie hoort, die zich als een groene

rank om de stam der woorden heeft geslingerd, zooals

Nietzsche ergens schrijft, heeft het volle kunstgenot nog

niet gesmaakt.

In het kunstwerk moet iets van dat samengestelde, van

het dichterlijke, het muzikale en het beeldende bewaard

blijven, want de verbeelding, die aanleiding geeft tot en

oorzaak is van het gewrochte, is geheel complex, en

plant zich door het kunstwerk heen voort tot in het

zieleleven van den kunstgevoelige.

Hiermee hangt samen, dat iedere kunstenaar in de eerste

plaats de kunst dient en openbaart, en na het aangrijpen

van het materiaal, dat hem het beste past, de musicus,

schilder of dichter wordt. Steeds zal zoo in den musicus

ook iets van den dichter en van den beeldenden kunste-

naar blijven leven. Echter, de invloeden van die beide

zullen bij den een zeer duidelijk, bij den ander uiterst

vaag zijn.

153

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Studentenalmanak | 240 Pagina's

Studentenalmanak 1937 - pagina 159

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Studentenalmanak | 240 Pagina's