GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1937 - pagina 146

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1937 - pagina 146

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

geschriften van Erasmus zelf kennis gemaakt. Dit mogen

wij aannemen van de „Adagia", welke door Calvijn soms

worden aangehaald als de „Paroemiae"; en deze laatste

titel komt juist op de oudste uitgaven van Erasmus' ge-

schrift voor. 5) In latere jaren schijnt dit werk hem den

dienst van een encyclopaedie der oudheid te hebben be-

wezen. Meermalen heeft hij er citaten aan ontleend.

Terecht hebben de uitgevers van Calvijns Opera ergens

de opmerking geplaatst, dat hij zijn wijsheid der Griek-

sche auteurs vaak uit Erasmus' verzamelwerk heeft ge-

put. 6) Verder heeft Calvijn de „Queremonia pacis" van

Erasmus gekend, alsmede diens in 1528 te Bazel ver-

schenen dialoog „Ciceronianus". Het laatstvermelde ge-

schrift wordt met instemming genoemd in een apologie,

welke Nicholas Duchemin ten gunste van den hoog-

leeraar in de rechten te Orleans, De l'Estoile geheeten,

in 1529 heeft opgesteld. Calvijn heeft daarna, op verzoek

van zijn vriend, op het drukken te Parijs, alwaar het

boek pas in 1531 van de pers kwam, het noodige toezicht

uitgeoefend, terwijl hij zelf er een brief aan een anderen

vriend heeft bijgevoegd. 7) Deze feiten geven ons grond

tot het vermoeden, dat Calvijn het met den inhoud der

apologie niet alleen eens is geweest, doch dat hij ook in

de opstelling er van min of meer is betrokken geworden.

Vandaar de meening, dat Calvijn den „Ciceronianus"

moet gekend hebben. Is zij juist, dan hebben wij hier een

heel merkwaardig gegeven. Want in den bedoelden dia-

loog keert Erasmus zich tegen de excessen van vele

humanistische ijveraars, waardoor hij de zuiverheid van

het christelijk geloof bedreigd achtte. 8)

De kennismaking met deze en andere geschriften van

den gezaghebbenden humanist heeft blijkbaar niet nage-

B) Zie Opera, V, col. 25, 129, 150; en. voor de verschillende edities

van de Adagia: W. de Vreese, Bibliotheca Erasmiana Kotterdamensis,

1ste afl., Rotterdam, 1936, blz. 1 v.v.

e) Opera, X U I , col. 391.

'') Verg Q. Breen, John Calvin: A study in French humanism,

Grand Rapids, Mich., 1931, p. 59.

8) Verg. J. Huizinga, Erasmus ", Haarlem, 1936, blz. 183 v.v.

140

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Studentenalmanak | 240 Pagina's

Studentenalmanak 1937 - pagina 146

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Studentenalmanak | 240 Pagina's