GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1937 - pagina 196

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1937 - pagina 196

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

stukje kaas. Hij was in een andere wereld, de kelder,

maar dood.

Zoo begint bij het denken en willen de smart.

De muizenvader had meerdere kinderen. De leer dat

natuur sterker is dan leer, is een valsche leer, want het is

't léven. En de kinderen werden opgevoed en ze wisten

dat buiten de holte scholen de ijzeren vallen. Ten val

was gevoerd reeds een van hun broederen. En tóch, tóch

woelde daar wat in het brein van den tweede, den zoon,

die nu de oudste was.

— Vader, is 't waar dat de dieren onder andere tegels

niet deugen omdat ze de wereld niet zien zooals wij?

Vader, leven ze niet in een andere wereld, veel ruimer,

veel mooier, veel grootscher en blij? Vader, de spinnen

bij ons in de holte, ze denken, ze doen en ze spreken als

wij. Maar, vader, waarom vechten ze dan om een heel

klein dood vliegje in hun net van zij? Eerst gaat het om

het kleine vliegje, dan om de vliegen van toen en nu.

En dan heeft de een de ander gebeten en de ander de

één een poot uitgehakt. Tenslotte zijn ze het vliegje ver-

geten. En vechten ze om het eigen ik. W a t is dan waar-

heid, alleen wat wij denken en uitgedacht hebben in

vroeger tijd?

En stiekem ging de zoon van zijn vader wel eens naar

het gat in de holte, de uitgang des werelds, de grens der

gedachte en keek dan uit in de ruimte van den kelder.

Eens zag hij daar een jong mooi muisje van het vrouwe-

lijk geslacht. In zijn wereld kende hij vrouwelijke mui-

zen, maar geen was als zij. Het blauwig fluweel glansde

zacht en in de kraalfelle oogjes glinsterden geheimen.

Ze kwam nader en maakte kennis. Aangenaam. Zeer

aangenaam. En ze praatten over problemen, die beiden

bezielden. Het ging over kaas: — Onze kaas is de beste,

zei de zoon zijns vaders. Maar het meisje, het muisje zei:

— Och, er zijn zooveel lekkere kaassoorten. Onder den

tegel in de linkerhoek hebben ze heerlijke pittige te

pakken gekregen, met kruiden; wij hebben gouden

edammer. Een derde heeft weer andere. Men moet opsn-

190

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Studentenalmanak | 240 Pagina's

Studentenalmanak 1937 - pagina 196

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Studentenalmanak | 240 Pagina's