Studentenalmanak 1941 - pagina 129

heden precies zooals ze zijn, en daarom: viert het Lustrum

met enthousiasme. Veel franje van luisterrijke opzet moge

dan wegvallen, ons rest toch nog de vreugde in eigen hart,

die toch ieder feest tot een verantwoord feest moet maken.

En juist nu worden wij te scherper gevraagd naar het

„waarom" van feestvreugde. Dit „waarom" mag ik mis-

schien toelichten met een verslag van een rede van

Dr H. Colijn, op het 10'e Lustrum tot de studenten in het

Vondelpark gehouden:

„Hij gewaagt van moeitevolle tijden, die komende zijn en

van gemis aan trouw in onzen eigen kring. En nu hij voor

zich ziet jong-Calvinistisch Nederland vraagt hij van die

generatie, die straks den strijd zal hebben voort te zetten

den eed van trouw aan de Calvinistische beginselen, en

hechte gebondenheid aan elkander.. En wij staan daar,

menschen van 't heden, in 't felle licht van onze fakkels,

terwijl we spontaan dien oproep met „Ja" beantwoorden

en de duistere toekomst tegemoet treden met het: „Zij

zullen het niet hebben, de goden dezer eeuw".

Welnu, in Uw komst hier, zien wij dat het „ja"-geroep

van tien jaar terug, nog in uw harten leeft. Dan zijn wij

dankbaar u te mogen — en nog te kunnen — ontvangen

als de vertegenwoordigers van zoovele oud-studenten van

de Vrije Universiteit en oud-leden van het Studentencorps,

dat het wagen mag in het vaandel te voeren de geladen

zinspreuk: Nil Desperandum Deo Duce. Omdat daarin

ligt, wat ons samenbindt, komen wij — zonder wanhoop

voor de toekomst en zonder „even" wegschuiven van het

heden — met vreugde in ons hart herdenken het feit, dat

Universiteit en Corps zestig jaar bestaan.

Met dankbaarheid feestvieren, omdat wij nóg mogen

bezitten een universiteit van professoren en studenten, die

zich verbonden weten door een machtig beginsel.

Een universiteit, die nog kracht schenkt aan velen, die

hun studententijd reeds lang achter zich hebben.

Uw komst hier moge dan de jongeren opwekken om zich

over te geven aan het beginsel, waardoor ook gij reeds in

uw studententijd gegrepen werd; en moge door U — oud-

121

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen