Studentenalmanak 1946 - pagina 190

dit Lustrum weer gelegd. Nu ontbreken nog alleen de eerste-

jaars. De Rector gaat over tot het benoemen van een commis-

sie, welke hen zal binnen leiden. In deze commissie nemen

zitting M r van Haeringen, Ds D. Sikkel, Mr J. A. de Wilde,

Prof. Vollenhoven en Prof. Waterink.

Even later komt de groote stoet van eerstejaars binnen. Hij

lijkt wel eindeloos. Geen plaatsje in de zaal blijft onbezet. Na

veel heen en weer loopen komt de groote horde tot rust.

Nadat Liesbeth Leur en jongeman Goedendorp gelegenheid

hebben gehad een dankwoord namens inaugurandae inaugu-

randique uit te spreken voor de hun bewezen weldaad, dat zij

in het corps zijn opgenomen, en de rector corporis aan de

eerstejaars op de gebruikelijke wijze de gedragslijn heeft voor-

gehouden, welke zij in hun studententijd moeten volgen, wordt

tot de installatie overgegaan.

Vervolgens doet de rector eenige senaatsmededeelingen,

waarbij hij de aanwezigen als volgt toesrpeekt:

„Toen in 1939 de rector corporis van dat jaar, M r L A.

Diepenhorst, zeide: „Naar menschelijke berekening is het Corps

nooit donkerder tijden tegemoet gegaan. De vurig verbeide

vrede zal, indien men niet op het laatste oogenblik terugdeinst

voor de slachting van ontelbare levens, eerst aanbreken, wan-

neer een der partijen gedwongen is zich weerloos neer te leg-

gen", heeft waarschijnlijk niemand van ons, ondanks de drei-

ging van dien tijd, zich gerealiseerd, dat wij een zoo donkere

nacht zouden ingaan als de afgeloopen jaren. Er was bij ons

het gevoel dat dit voorkomen zou worden. W e wilden het aller-

ergste niet in ons bewustzijn en denksfeer toelaten. Een dich-

ter had reeds geschreven, dat in plaats van het vuur van den

geest, de grauwe aschwolken van een ander vuur over onze

landen zouden waaien, en thans hebben wij deze grauwe asch

geproefd in onzen mond.

Thans blijft bij de feestvreugde, die we dezen dag zullen

hebben, het gevoel van weemoed om hen die wij hier zoo graag

gezien hadden, en die hier niet zijn. En het is goed, dat wij dat

uitspreken, dat feit, dat wij hen missen.

Ik moge U thans verzoeken van Uwe zitplaatsen op te staan

174

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen