Studentenalmanak 1955 - pagina 208

Het werk van de Nederlandse Studentenraad voltrekt zich weliswaar

op een wat Olympisch en onnaspeurlijk niveau, maar is daarom

niet minder belangrijk. In November stelde de Raad een Commissie

voor Sociale aangelegenheden in om bij toenemende specialisering der

vraagstukken concrete oplossingen te zoeken. De Raad was vertegen-

woordigd in de Adviescommissie t.a.v. voorzieningen ten behoeve

van studenten, kortweg de Commissie-Rutten, door de Minister

van Onderwijs in November 1953 ingesteld. Genoemde voorzieningen

vormden het grootste deel van het werkprogramma van de Raad.

In April werd op Woudschoten het tweede Paascongres gehouden,

waar deze aangelegenheden samen met algemeen universiaire vraag-

stukken als autonomie, medezeggenschap etc. een rol speelden. De

ontwikkeling van het internationale studentenleven, met name de

conflict-situatie tussen de communistische International Union of

Students en de ISCOPA, de Westerse organisatie, hadden de belang-

stelling. In Januari maakte ik deel uit van de Nederlandse delegatie

naar het IVe International Student Conference, welke gehouden werd

te Istanboul in het Balkanpalels aan de Bosporus, waar 48 landen

vertegenwoordigd waren. Als Secretary vertegenwoordigde ik Neder-

land in de Welfare Commission.

Bij het overleg ten departemente in de Adviescommissie nam ik zitting

in de commissie voor het selectievraagstuk. Bovendien was ik gedurende

het laatste halfjaar praeses van de Sociale Commissie van de Neder-

landse Studentenraad. Uit dien hoofde vertegenwoordigde ik de Neder-

landse studentenwereld in September op het Hoger Onderwij scongres

te Clermont-Ferrand, georganiseerd onder auspiciën van de Organi-

satie van het Pact van Brussel, waar ik over medezeggenschap der

studenten sprak.

Met deze uiteenzettingen ben ik tot het einde van mijn verslag genaderd.

Taak en opdracht van mijn Senaat zijn vrijwel vervuld en plichten

en praerogatieven zullen spoedig aan mijn opvolger worden overge-

dragen. Met het kroonlustrum in zicht en achter ons welhaast drie-

kwart eeuw Corpshistorie staan wij momenteel op de drempel van

een nieuwe periode, waarin van deze Corpsgemeenschap en haar leiding

veel gevergd zal worden; eendracht, bezieling en esprit slechts zullen

aan de norm voldoen. In de stellige verwachting hiervan eindig ik

met het

VIVAT CRESCAT F L O R E A T CORPUS N O S T R U M .

Ik heb gezegd.

186

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen