Studentenalmanak 1960 - pagina 234
in beweging, haar waardige last weinig geriefeüjker als op een
kameel vervoerend. D e overmoedige herfstwind sleurt huizen,
mensen, auto's, fietsen en trottoirs in een doldwaze bui langs de
bestofde verweerde staarogen, tot de zich van zijn macht bewuste
bestuurder de wind kluistert aan de fataal onvermijdelijk volgende
haltepaal.
Opgelucht scheidde de rook uit het rookhout zich af van de massa.
Met zelfbewuste haast speelden de trottoirgangers met de be-
schikbare ruimte, daarbij de rustige man tot zelfmoord verleidend.
Tartend klappen de grote deuren van een oud gebouw de levens-
blijheid een onverbiddelijk halt toe. Troosteloos verdraagzaam
rijgen de kapstokken zich aaneen, moeizaam hun kleurige last
dragend.
De zaal was duister, de lessenaar dwingerig egoïstisch. De ver-
bijsterde banken ondergingen gelaten de vraatzuchtige gedragingen
van de hun lusten botvierende houtwormen. Gehele familie-
stambomen met de erbij behorende erfelijke eigenschappen, die in
het heuglijke hout gegrift stonden, werden de vergetelheid in
gegeten. Intrigerend sprongen lichtende cijfers en woorden uit de
zwarte schaduw voor in de zaal. Ze zweefden hun wetenschappelijke
betekenis fluistersnel door het vertrek, en stonden zich erop voor.
Een deel kaatste miskend tegen de weerloze achterwand, om daarna
misnoegd zich terug te trekken in de klamme beslotenheid van
het boekpapier van juist hen die hun miskenning bewerkstelligd
hadden. Voor de aandachtig toehorenden werd de materie met
liefdevolle stoomhamers bewerkt en gereduceerd tot een bikkel-
harde kern die precies paste in een kleine lacune in de grauwe cellen
waarmede al het geschapene, terecht of ten onrechte, verrijkt is.
Pincetgeduldig kroop de kleine wijsvinger van de tijd naar de twaalf,
vergeefs met koude blauwstalen betogen de bestaansrelativiteit tot
leven wekkend. Ballonzuchtend stroomde de zaal leeg. Achteloos
en verfrommeld achtergelaten, happend naar adem als de hals van
een lege jeneverkruik aan de mond van een dronkaard. Gretig
ontrukken wadewitte vingers wetenloos de kapstok het haar zorg-
zaam toevertrouwde bezit. Hulpeloos valt de buitendeur dicht, het
heiligschendende lawaai prijsgevend aan andere oorden.
Twee paar voetstappen gingen gelijktijdig over de straatstenen,
trachtten elkaar hol-luidend te imiteren, maar het werd een armzalige
imitatie van een dreigingsvolle cipiersparade in oorlogstijd. De
letters op kunstig elegante wijze door de tongen voortgebracht
snoerden zich aaneen tot woorden en zinnen, die boud de beperkte
230
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960
Studentenalmanak | 350 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960
Studentenalmanak | 350 Pagina's