Studentenalmanak 1960 - pagina 191

I

ik U genoemd heb — immers de voortreffelijke samenwerking in

het Bestuur, voor mij een van de grootste vreugden van dit jaar,

1 om een ander voorbeeld te noemen, het onofficiële begin in het

I

Kennemer Park te Alkmaar en het onofficiële besluit van het jaar

in het park De Hoge Veluwe, zijn zaken, die niet dan persoonlijk

gememoreerd kunnen worden, zo goed is er in de Vereniging veel,

I dat niet direct en niet in feiten aan te wijzen is, maar dat daarom

niet minder van belang voor dit jaar en voor de toekomst kan zijn.

Het Bestuur is begonnen met de uitspraak niet te geloven in de z.g.

' baisseverschijnselen. Was dit aan het begin van het jaar misschien

te beoordelen als het welhaast verplicht idealisme van een nieuw

bestuur, nu wij deze stelling aan het eind van het jaar nog wiUen

verdedigen, zij ons geen professioneel optimisme verweten. Een

deel der Vereniging is actief voor de Vereniging, een deel der

Vereniging is matig geïnteresseerd, maar vindt bevrediging in eigen

groepering, een zeer klein gedeelte vindt V.V.S.V.U. noch Ora-

torische Vereniging belangrijk. Zolang de situatie zo is zijn wij

van mening, dat de V.V.S.V.U. min of meer voldoet aan de taak-

omschrijving, die ik U in de troonrede gaf: de ruimte te zijn waar-

binnen en waar vanuit men het haar student zijn kan beleven,

I waarbij de Bijbel als richtlijn dient. Voor die leden, die er zich

voor in willen spannen heeft de V.V.S.V.U. werkelijk iets te geven

aan educatie, vriendschap en pleizier.

Men kan zich niet een jaar lang inspannen voor de Vereniging

zonder met nadruk oog te hebben en te krijgen voor de vele punten

waar critiek gerechtvaardigd is, waar tekortkomingen zijn aan te

wijzen. De Vereniging zal in staat moeten zijn nieuwe vormen te

vinden om nivellering tegen te gaan, om het grote ledenaantal een

plaats te kunnen bieden, om een reële ruimte te zijn. Maar wij me-

nen, dat het zinvol is als Vereniging een nieuw jaar aan te durven,

ook en vooral omdat wij weten, dat wij verder mogen gaan onder

Gods gunst. Het is in dit vertrouwen, dat ik volgaarne de wens

uitspreek:

UT VIVAT, CRESCAT ET FLOREAT SOCIETAS NOSTRA.

Ik heb gezegd.

187

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen