Studentenalmanak 1960 - pagina 190

aan de verwachtingen waarmee het jaar begonnen is, is voldaan.

Ik noemde U in mijn troonrede als de drie concrete punten, waaraan

de Vereniging zichzelf kan toetsen, of zij beantwoordt aan doel-

stelling en grondslag, het clubleven, de groentijd en de verhouding f"

der disputen onderling.

Er is meer leven om de club dan clubleven geweest, noodzakelijk

gevolg van de situatie van dit jaar. Het komende jaar zal, hoop ik,

de eertijds zo vertrouwde toestand van veel en langdurig clubbezoek

herstellen; enige tekenen wijzen hierop, maar hoeveel zwaluwen

zijn er nodig voor de lente? Wat er aan clubleven was voltrok zich

veelal in een plezierige sfeer van kunnen omgaan met elkaar.

Op de groentijd, een zaak waarvan de problematiek nooit uit het

oog verloren mag worden, heeft men zich dit jaar opnieuw bezonnen.

Voorlopig zal een zeker gevoel van onbehagen wel gepaard blijven

gaan aan de overtuiging, dat het een reële en nuttige instelling is.

Het is verheugend, dat men niet meer achteloos aan deze zaak voorbij-

gaat, beschamend te bemerken, hoe theorie en praktijk zich slechts

moeizaam verenigen laten.

Naar mijn gevoelen hgt het moeüijkste vraagstuk der Vereniging

op het ogenblik in de verhouding der disputen onderling. Het is

een goede gewoonte de gezonde rivaliteit tussen hen te prijzen,

maar wat is gezonde rivaliteit? Dit jaar zijn er enige openhartige

gesprekken over deze kwestie gevoerd. Het komt mij niet voor,

dat er op het ogenblik een aanwijsbare oplossing voor handen ligt.

Het is geen kwestie van dit of dat veranderen — hoezeer dat lof-

waardig is, als men dit of dat als foutief onderkent — maar een

zaak van sfeer en mentaliteit. Moge een ieder erop bedacht zijn,

dat het onderkennen van een probleem een hulpmiddel tot het op-

lossen ervan kan zijn. E n dat een begin van oplossing veelal gelegen

is in eigen houding, het nemen van eigen verantwoordelijkheid en

in eigen nuchterheid.

Een jaar Hgt achter ons. Als tastbare resultaten zijn daar een eigen

huis, de liederenbundel en het verslag der Wijze Maagden enerzijds,

een enquête uit de beantwoording waarvan, zoals deze op het

ogenblik van ongeveer de helft der leden is binnengekomen, een

veelal negatieve, ten minste ongeïnteresseerde houding ten aanzien

van de V.V.S.V.U. spreekt, anderzijds. Maar bij de beoordeling

van een jaar spelen vele ongenoemde dingen mee, zaken die noch

aan een club afgemeten, noch in een enquête — zeker niet in deze

enquête — gepeild kunnen worden. Zo goed als de waarde van dit

jaar niet het eerst en niet het meest heeft gelegen in de feiten, die

186

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen