Studentenalmanak 1960 - pagina 182

aarverslag

VAN DE VERENIGING

VAN VROUWELIJKE

STUDENTEN AAN DE

VRIJE UNIVERSITEIT

OVER HET JAAR

1958-1959,

UITGESPROKEN OP DE

JAARVERGADERING

VAN 21 OKTOBER 1959

DOORDEPRAESES

MEJ.

W. B. SCHENKEVELD

Houdt men zich bij het maken van een troonrede aan de oude

wijsheid van het 'Bezint eer gij begint', het uitspreken van een

jaarverslag voor het jaar zijn definitieve einde heeft gevonden,

gaat in tegen eenzelfde vaderlandse voorzichtigheid die vermaant:

men moet geen heisa roepen, eer men over de brug is. Dat ik U

vanavond desalniettemin een jaarverslag breng, moge illustreren

hoe een bestuursjaar het zelfstandig denken bevordert.

Want tot 'heisa' roepen is het Bestuur inderdaad al geneigd. Be-

gonnen wij dit jaar blijmoedig met een 'eia, amicae', waren wij

onderweg af en toe gewoon verwijtend 'mot het nou sa ?' te zeggen,

de opgewekte contaminatie tot 'heisa' wil uiting geven aan de

tevredenheid over een jaar dat voorbij is, de brug waar wij overheen

zijn getrokken. Kenschetste Mevrouw de Propraeses het vorige

Verenigingsjaar als een, dat in kalmte en stille rust, min of meer

als die van een vlakke weg ,is voorbijgegaan. Uw Bestuur wil het

jaar 1958-1959 als een brug zien, een brug, die gevoerd heeft van

één periode der Vereniging naar een andere.

178

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen