Studentenalmanak 1965 - pagina 181

jaarverslag

Nobilium Societas Studiosorum Corporis van het Studentencorps aan de

Vrije Universiteit, uitgesproken door de praeses Collegii, de heer F. Fleurke

op de subcorpsvergadering van dinsdag 20 oktober 1964.

Mijne Heren,

Het is geen eenvoudige taak reeds zo kort voor de décharge de weder-

waardigheden van subcorps en Collegium in een zogeheten jaarverslag

vast te leggen. Men voelt zich voor een kaleidoscoop geplaatst, waar-

in men kleine kleurige voorwerpen in telkens verschillende standen in

drie spiegels weerkaatst ziet.

De verwachte verwarring blijft niet uit. Men tracht het toestel in te

zetten op het facet van het studentenleven, dat subcorps heet en rea-

liseert zich, dat men daarin tot in het einde der collegiumdagen 1963-

1964 niet geheel zal slagen. Daarbij moet men erkennen, dat het 84e

jaarverslag van de rector corporis meer mogelijkheden kan bieden dan

het tweede van de praesescollegii, niet vanwege het grote numerieke

verschil der jaarverslagen, maar vanwege het verschil in breedte en

overzichtelijkheid van de beschrijvingsvelden. Men kruipt nog meer in

zijn schulp wanneer men zich de redes en jaarverslagen herinnert, die

men in de loop van dit jaar in het land heeft kunnen beluisteren en

waaruit men sterk het vermoeden krijgt dat zulks een zeer eigenaardig

tijdverdrijf genoemd moet worden, voor velen in de studentenmaat-

schappij weggelegd. Hierbuiten valt natuurlijk het jaarverslag van de

rector corporis met name dat van het laatste jaar. Het heeft het mij

mogelijk gemaakt, attent te zijn op de bekende stelregel over de beper-

king.

181

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen