Studentenalmanak 1965 - pagina 254
wikkeUng tot gevolg. Het lichaam reageert op de weekheid van het
skelet met een overdadige groei van het weefsel dat door verkalking
het eigenlijke bot moet worden, het z.g. osteoide (beenachtige) weef-
sel. Men ziet derhalve verdikkingen aan polsen en aan enkels, doch
ook aan de schedel. Het voorhoofd ontwikkelt zich tot de z.g. „Olym-
pierstirn", de gebrekkigheid heeft een indrukwekkend uiterlijk. Bek-
kenvernauwingen treden op, die later bij de vrouw tot baringsmoeilijk-
heden aanleiding kunnen geven. Wordt het kind ouder, dan vindt ten-
slotte toch wel verkalking van de botten plaats. Zij worden dan welis-
waar steviger, doch groeien nimmer meer recht.
Het zal duidelijk zijn dat dit ziektebeeld in vele opzichten te vergelij-
ken is met die van het in wetenschappelijke kringen gebezigde heden-
daagse Nederlands. Ook daar de onmogelijkheid om zich op te richten,
de aamborstigheid, de waggelende gang. Als pendant van de overmaat
van osteoïd weefsel, „bedoeld" als compensatie, vindt men in de taal
de verbositas, de omhaal van woorden, die veelal het wetenschappe-
lijk jargon een indrukwekkend uiterlijk verleent ofschoon zij slechts
een gebrek maskeert. Ook hier blijkt het uiterst moeilijk een eenmaal
aangeleerd onjuist taalgebruik te redresseren; men blijft moeite houden
zijn gedachten in en door de taal uit te drukken; de analogie met de
baring bij het vernauwde bekken ligt voor de hand.
Ook de oorzaken zijn vergelijkbaar: bij het kind een tekort aan vita-
mine D of aan zonbestraling, bij de taal een tekort aan de om-
geving ontleende prikkels tot goed taalgebruik dan wel een tekort aan
oefening in dat taalgebruik in de vrije mensenwereld. Beide zijn der-
halve deficiëntieziekten. Voorkóming en behandeling van de Engelse
ziekte bij de mens hebben een lange historie. Valt uit die geschiedenis
wellicht iets te leren omtrent de prognose voor onze taal? Laten wij
trachten dit na te gaan. Uit archeologisch onderzoek is gebleken dat
rachitis reeds bij de prehistorische mens voorkwam. Het Corpus Hippo-
craticum evenwel, de verzameling van medische geschriften die op
naam staan van de grote geneesheer Hippokrates van Kos (460-370 v.
Chr.) en zijn school, bevat merkwaardig genoeg geen duidelijke aan-
wijzingen dat men het ziektebeeld van de Engelse ziekte kende. Men
stelt zich daarom wel voor dat deze ziekte in het zonnige Griekenland,
waar men goeddeels buitenshuis leefde, niet voorkwam. Of deze op-
vatting juist is, is natuurlijk niet uit te maken. De ziekte wordt pas
254
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965
Studentenalmanak | 400 Pagina's
![Studentenalmanak 1965 - pagina 254](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1965/1965/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965
Studentenalmanak | 400 Pagina's