Studentenalmanak 1965 - pagina 42
/
/
geschichte, 1921, Oskar Walzel's Gehalt und Gestalt im Kunstwerk des
Dichters, 1925). Dit alles lang voordat er sprake was van afzonderlijke
leerstoelen en voor deze vakken, lang voor de overtuiging baan brak
dat èn Middeleeuws- èn Neolatijn universitaire vakken behoorden te
wezen.
Dat bij deze serieusheid en gefundeerdheid de moderne literatuur bij
hem buiten de sfeer van aandachtig onderzoek bleef en dus zo maar
„afgedaan" werd, is bij een man als Wille ondenkbaar. Wel bedenke
men dat Wille tot de oude garde behoorde en bijvoorbeeld als gymnasi-
ast, toen de liefde voor de Nederlandse letterkunde bij hem ontbloeide,
een tijdgenoot was van de late Gezelle. Heeft Wille niet verteld dat hij
menigmaal verzen van deze grote Vlaamse dichter, door hem eerbiedig
bewonderd, op zijn hppen nam tot een persoonlijk gebed? En als hij
jaren later in de ,,moderne literatuur" een parel vond van grote waarde
— bijvoorbeeld in Muus Jacobse's poëzie — dan was hij er van harte
blij mee en vertelde er zijn leerlingen van, met bewogenheid. Een heftig
levend man die zowel critisch-argwanend als verwachtend om zich
heen ziet, kan onmogelijk met de term ,,laudator temporis acti" worden
getypeerd. Wel behoort Wille tot degenen die bestudering der letteren
van eigen tijd in de zin der wetenschap onmogelijk achtte.
Een bijzondere voorliefde had Wille voor de in onze literatuurgeschie-
denis zo veronachtzaamde achttiende eeuw. Vandaar in 1937 zijn
indrukwekkende pubUcatie over De literator R. M. van Goens en zijn
kring. Belangstelling voor mystiek-piëtistische stromingen leidde in
1926 tot de uitgave van een fijnzinnige, historisch rijkgedocumenteerde
monografie over de Rotterdamse dichter-schilder Heiman-Dullaert;
wellicht heeft Jan van der Noot's later mysticisme hem nog meer dan
zijn aanvankelijk Calvinisme onder Wille's aandacht doen vallen: on-
geveer ten tijde van zijn emeritering verschenen van Wille's hand een
paar eminente essay's over deze dichter. Zeer belangrijk zijn ook
Wille's studies over de houding van het Calvinisme tegenover het to-
neel; men vindt ze eveneens terug in zijn herdrukte (soms zeer door
hem uitgebreide) Literair-Historische Opstellen, die in 1963 in de
Zwolse reeks van W. E. J. Tjeenk Willink verschenen. Een pendant
dezer toneelstudiën leveren enige in dezelfde reeks gebundelde opstel-
len van Dr. J. H. Mak (Uyt Jonsten Versaemt. Retoricale Studiën
1946-1956, Zwolle 1957). Speurde Wille de gedachten der gerefor-
42
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965
Studentenalmanak | 400 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965
Studentenalmanak | 400 Pagina's