Studentenalmanak 1965 - pagina 44
meerden over het toneel na, Mak bracht voorbeelden van hun toneel-
praktijk aan het licht.
In de taalwetenschap bestreed Wille het positivistische en evolutionis-
tische standpunt, dat hij zag doorwerken in de strevingen die de „oude
spelling" van De Vries en Te Winkel ondermijnden en door hem fel
bestreden werden.
Tot 1947, toen zijn taak door de benoeming van een collega enigszins
verlicht werd, gaf Wille college in de literatuurgeschiedenis, literaire
theorie en aesthetica, algemene taalwetenschap, semantiek, historische
grammatica, 16e- en 17e-eeuws, Gotisch en Oudnoors. Tevens was hij
van 1927 tot 1949 bibliothecaris onzer universiteit en organiseerde
als zodanig de eerste grote opbouw en ordening van ons boeken-
bezit. alsmede het „bedrijf" der uitlening. Veel heeft hij gedaan voor
de Bilderdijkstudie en het Bilderdijkmuseum, dat door de initiatieven
van professor Goslinga en hem in de Vrije Universiteit plaatsruimte
kreeg.
De hechte vriendschap van beide laatstgenoemden dateert van hun stu-
dietijd aan de Leidsche academie. Daar kwam Wille na een voortref-
feüjke gymnasiale voorstudie die hem steeds alle, toenmalig gangbare,
prijzen „in de wacht deed slepen", en hij spande er aller verwachtingen
hoog door èn candidaats- èn doctorale studie met lof te voltooien.
Dat hij allerminst een afzijdig kamergeleerde wilde zijn, blijkt uit de
grote rol die hij evenals Goslinga speelde bij de stichting van S.S.R.-
Leiden, welks eerste voorzitter hij geweest is. Een getuigenis van dit
geestdriftig studentenleven leveren ook Wille's jeugdportretten die hem
„tekenen" als een energiek jongeman met warrige dichterlokken, zoals
op het groepsportret van S.C.R.E.D., gedateerd 9 november 1905 toen
hij geen bestuurslid meer was 2). Ook spreken daarvan Wille's nagelaten
documenten, o.a. een, zorgvuldig door hem bewaarde, geschreven „Wet
van de Leidsche afdeling der Unie „Hendrik de Cock" Opgericht 26
november 1901 onderde zinspreuk„Scientiae caput est reverentiaDei"^)
Zijn belangstelling voor een waarlijk christelijk studentenleven bleef be-
staan en uitte zich later meermalen, o.a. toen hij op 20 september 1934
als rector magnificus een schrijven, „persoonlijk en vertrouwelijk, niet
voor de pers", richtte aan de studenten van het eerste studiejaar: daarin
stelde hij vast dat de „ ontgroening" „gebonden (is) aan alle eischen
44
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965
Studentenalmanak | 400 Pagina's
![Studentenalmanak 1965 - pagina 44](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1965/1965/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965
Studentenalmanak | 400 Pagina's