Studentenalmanak 1965 - pagina 270
bidden en danken en aannemen wat waar is, omdat ik het zeg. Zijn
vader is een ploert en zijn moeder is te goed voor deze wereld en zij
begrijpen hem niet, want hij is artistiek en hij schildert en hij
schrijft en hij loopt naar de hoeren en hij lift in de goot. Hij neemt zijn
lot uit de handen van de hogere macht en hij neemt het in zijn eigen
handen en hij loopt er mee te koop en hij verdient veel geld.—
Een man loopt op straat en hij ziet een kennis aan de overkant. Hij
steekt over en wordt bijna doodgereden. Hij heeft nog tijd om in het
ziekenhuis bij te komen en te beseffen dat het niet lang meer duren zal.
Hij kan zich niet bewegen, hij kan niet praten, hij kan zijn ogen niet
eens opendoen. Er klinken stemmen. Ze zeggen dat hij het wel niet
lang meer maken zal, ze praten over een knop die omgedraaid kan
worden en over iets dat eigenlijk geen mens meer is, maar een medisch
experiment. Hij begrijpt dat hij nog maar een wetenschappelijk ob-
ject is. Zijn leven is niets meer dan een ingewikkeld hoopje plasma. Ze
moeten die knop maar omdraaien. Ze maken het laatste stukje van zijn
leven tot een hel met hun gepraat over leven en niet-leven, mogen en
niet mogen, met hun snikken. Begrijpen ze dan niet dat hij zijn vin-
gers niet in zijn oren kan stoppen, dat hij zich helemaal niet kan be-
wegen. En dan hoort hij niets meer. Even nog dacht hij dat hij wat
hoorde en dan denkt hij ook niet meer.—
Hij zit achter zijn bureau en laat zijn hoofd op zijn handen hangen. Zijn
ellebogen doen een beetje pijn. Dan steekt hij een sigaret op. Hij kijkt
de rook na en denkt aan de vergankelijkheid des levens. Konstans heeft
een hobbelpaard, bedenkt hij, verder is alles relatief. Hij staat op en
schenkt een glas melk in. Hij gruwt ervan, maar het is gezond. Net
als de tandarts. Wat vangen hoge bomen toch veel wind, dat komt er-
van als je een kuil graaft voor een ander. Daar sta je dan te kijken en
niemand kan ons zien. Er komt rook in zijn ogen en hij zoekt in het
woordenboek op wat doodskop in het frans is, tête de mort, ook wel:
rond Hollands kaasje. Een eetbare gifzwam.
Ik ga morgen naar het bos, naar een eenzame plek waar beukebomen
staan. Ik zal mijn initialen tussen alle andere zetten met een doods-
hoofd ernaast en de datum. Dan komt er bv. iemand aan en hij vraagt
wat ik doe, of ik verliefd ben of zo. Ik zeg: nee, dank u, gaat u zitten.
Hij zegt: hoor, daar fluit een merel, heeft u verstand van vogels? Ik
zeg nee en begin aan de doodskop. Omdat hij denkt dat ik nu een hart
270
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965
Studentenalmanak | 400 Pagina's
![Studentenalmanak 1965 - pagina 270](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1965/1965/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965
Studentenalmanak | 400 Pagina's